Uitdagingen en kansen bij het gebruik van recyclaat

In onze vorige blog gaven wij u 3 manieren om te starten met een ‘groener’ plastic product portfolio, namelijk:

1) Gebruik maken van gerecycled plastic – oftewel recyclaat

2) Gebruik maken van biogebaseerde kunststoffen

3) Gebruik maken van bioafbreekbare kunststoffen

Voor deze onderwerpen geldt dat er uitdagingen en kansen liggen. In deze blog vertellen wij u meer over het gebruik van gerecyclede plastics.

 

Goodbye virgin, hello recyclaat!

Er zijn een aantal redenen waarom bedrijven gerecycled plastic willen gebruiken. De belangrijkste zijn milieuwinst en prijs. Gerecycled kunststof kost minder energie om geproduceerd te worden en door ze her te gebruiken, voorkomen we dat ze in het milieu terecht komen. Dit bespaart CO₂ en extra kosten! De kosten van recyclaat zijn momenteel lager dan die van nieuw (virgin) materiaal.

Daarnaast zien we dat consumenten, bedrijven en (semi) overheden steeds vaker duurzaamheid meewegen in hun aankoop. Onderscheidend vermogen door middel van inzet van recyclaat is dus gewoon onderdeel van het businessmodel vandaag; survival of the fittest!

Als laatste spelen overheid ambities en voortvloeiende regelgeving ook een rol. We hebben in Nederland afgesproken dat in 2030, 50% van de grondstoffen circulair moet zijn. Om hieraan te voldoen, kan de overstap naar gerecycled kunststof een belangrijke stap zijn. We zien nu al in Frankrijk dat het verplicht is om 20% circulaire content te hebben in alle overheidsaanbestedingen.

Dat recyclaat als alternatief voor virgin plastic kan worden ingezet, is in een breed scala aan producten al aangetoond. Denk hierbij aan verfemmers, zeepflessen, maar ook producten in de bouw zoals profielen, buizen en kappen.

Kortom; de weg ligt behoorlijk open met kansen om gerecycled plastic in te zetten. Toch zijn er een aantal overwegingen en voorbereidingen nodig.

 

Ja ik wil recyclaat inzetten, hoe nu verder?

De uitdagingen in het gebruik van recyclaat zijn te categoriseren in 3 onderwerpen.

  • Beschikbaarheid
  • Wetgeving
  • Materiaaleigenschappen

 

 

Beschikbaarheid

Stabiliteit in kwaliteit en beschikbaarheid van het juiste materiaal is belangrijk voor een stabiel proces en eindproduct. De beschikbaarheid van kunststof hangt samen met de inzameling en sortering van het plastic. Er kan worden gesorteerd op type kunststof, product en/of kleur. Hoe beter het materiaal gesorteerd wordt, hoe beter de eigenschappen zijn.   Dit proces is zowel kostbaar als technisch uitdagend. Neem bijvoorbeeld een handvat van een boormachine, deze bestaat uit twee types kunststof die aan elkaar vast zitten. Design-For-Recycling (denk aan modulariteit en ontwerp van monomateriaal) hangt daarom zeer sterk samen met de kwaliteit en beschikbaarheid van het recyclaat.

 

Wetgeving

De huidige wetgeving stimuleert het gebruik van gerecycled plastic. Normen worden langzaam maar zeker herschreven om gebruik van recyclaat niet te verhinderen. Toch zijn er een aantal kunststof toepassingen waarbij dit lastig ligt. De voedselwetgeving schrijft voort dat er in voedseltoepassingen buiten PET nog geen gerecycled kunststof mogen worden toegepast. Dit komt doordat contaminaties de voedselveiligheid niet gegarandeerd kan worden. Een verdieping van wat mag in uw segment wordt sterk aanbevolen.

 

Materiaaleigenschappen

Materiaaleigenschappen worden bepaald door recyclaat goed te sorteren (puurheid), wassen (verwijderen vervuiling, contaminaties, geur) en upgraden waar nodig. De materiaaleigenschappen van recyclaat zijn anders dan virgin kunststoffen. Belangrijk is om de relevante eigenschappen te weten van de virgin kunststof en een benchmark uit te voeren met het gerecyclede equivalent. Daarnaast kunnen de eigenschappen worden verbeterd door het gebruik van additieven tijdens de compounding stap of een verbeterde sortering.

 

Van uitdagingen naar innovatie

De Kunststof branche is zich goed bewust van bovenstaande mogelijkheden en uitdagingen. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten wordt rekening gehouden met het gebruik van recyclaat, al dan niet van eigen retour stromen of vanuit ingezameld afval. In geval van retourstroom pilots wordt er veel geleerd over hoe producten terugkomen en weer worden ingezet als waardevolle grondstoffen Deze recyclaat stromen worden vaak opgewaardeerd om aan producteigenschappen te voldoen.

Wat opvalt is dat in alle kunststof segmenten vooral grote stappen wordt gezet door de ‘leaders of the industry’. Zij omarmen het nieuwe businessmodel dat rekening houdt met zowel een lage footprint, volledige recycleerbaarheid en prachtige product performances. Zie bijvoorbeeld het ELYSIUM matras van Auping wat bestaat uit een (mono) type kunststof en via retour systemen aan het einde van zijn levensduur weer terugkomt.

 

Bent u de volgende ‘leader of the industry’ en heeft u ambities om van start te gaan met recyclaat in uw product? Loopt u daarin tegen één van deze of andere uitdagingen aan? Wij pakken de uitdagingen graag met u aan. Onze materiaal- en verwerkingsdeskundigen van Polymer Science park helpen u verder met kennis, test- en prototype faciliteiten en een prachtig netwerk.  Neem daarvoor vrijblijvend contact op.

Martine Bonnema, 16 mei 2023

Plastic producten hebben vaak een negatief imago, terwijl deze markt de afgelopen decennia sterk is gegroeid. Het probleem waar veel productmanagers, ontwerpers en R&D-managers mee te maken hebben, is waar ze moeten beginnen met het “vergroenen” van hun portfolio dat nog steeds op fossiele brandstoffen is gebaseerd. In deze blog geven we 3 opties die u op weg helpen.

 

Plastic: the best and the worst

Er wordt vaak gezegd dat plastics de drijvende kracht zijn achter de circulaire en koolstofarme economie die Europa voor ogen heeft. De unieke eigenschappen van plastics zorgen voor unieke functionaliteiten: lange levensduur, niet-corrosief, eindeloos recyclebaar en licht van gewicht. Maar dat heeft een prijs; het grootste deel van de polymeren is nog steeds gebaseerd op fossiele brandstoffen en de hoeveelheid polymeren die daadwerkelijk wordt gerecycled, is nog steeds beperkt. Bovendien belanden plastics vaak op de vuilnisbelt en bedreigen microplastics onze wateren. Dus de vraag rijst, wat kunnen we doen om deze producten toekomstbestendig te maken? 

 

Reduce, Re-use and Recycle; waar en hoe te beginnen?

Waarschijnlijk bent u al begonnen met een of meer van de onderstaande R’s om de impact van uw producten te verminderen: 

  • Verminderen: Verminder het gewicht en/of schakel over op niet-fossiele of niet-virgin grondstoffen. Verleng de levensduur van het product zodat minder herhaalaankopen nodig zijn. 
  • Hergebruiken: Verbeter de repareerbaarheid en voeg modulaire componenten toe.
  • Recycling: Herwin waardevolle materialen om nieuwe producten te produceren.

De 3 R’s zijn enigszins abstract en niet voldoende richtinggevend voor ontwerpers, productontwikkelaars, marketeers en R&D-ingenieurs om een productwijziging te starten. In de samenvatting hieronder geven we u 3 mogelijke richtingen om te beginnen: 

 

 

 

1. Gebruik van recyclaat

Vandaag de dag is er een groeiende voorraad recyclaat die wordt gegenereerd uit industrieel en consumentenafval. Recyclaat wordt gewassen, gesorteerd (op kleur/kwaliteit) en opnieuw gesmolten tot granulaat. Grote fracties (in verschillende kwaliteiten) die beschikbaar zijn als recyclaat zijn PP, PET en PE (HDPE/LDPE). Hieronder enkele overwegingen om rekening mee te houden bij de inzet van recyclaat:

  • Beschikbaarheid en prijs: stabiliteit van aanbod en prijs geeft inzicht in hoeveel recyclaat je kunt gebruiken.
  • Fysieke eigenschappen: het is essentieel om de fysieke eigenschappen van beschikbare materialen te controleren en deze af te stemmen op de vereisten van je product. 

 

2. Gebruik van biogebaseerde kunststoffen

Op dit moment is het niet mogelijk om elk type product volledig te produceren met recyclaat als grondstof, vanwege verschillende redenen (zoals voorschriften voor voedselkwaliteit, fysische eigenschappen en beschikbaarheid). In het geval dat je toch een start wilt maken met het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen en CO2-uitstoot, zijn bBiobased materialen een interessant alternatief. De belangrijkste factor om rekening mee te houden is beschikbaarheid en prijs, vanwege de relatief lage volwassenheid van deze technologie. Daarnaast is het belangrijk om de verwerkings- en fysieke eigenschappen te kennen, omdat sommige biobased kunststoffen directe alternatieven zijn (zoals Bio-PE), maar sommige materialen een compleet verschillende set eigenschappen hebben (zoals PHA, PEF). 

 

3. Gebruik van biologisch afbreekbare kunststoffen

Biologisch afbreekbare kunststoffen zijn een interessante oplossing voor kunststofproducten waarbij (onbedoelde) vrijlating in het milieu waarschijnlijk is. Voorbeelden hiervan zijn verpakkingen en draagbare textielproducten in de vorm van microplastics. Het overschakelen naar biologisch afbreekbare materialen kan afvalvermindering, microplastics en milieuvrijlating verminderen. 

Een belangrijk punt is om te controleren of de geteste afbraakconditie overeenkomt met de omgeving waarin het product waarschijnlijk wordt vrijgegeven (zoals industriële compostering, thuiscompostering, natuurlijke bodem). Tot slot zijn biologisch afbreekbare kunststoffen minder geschikt voor producten die kunnen worden gerecycled via een gecoördineerd end-of-life systeem, zoals via een systeem voor uitgebreide productverantwoordelijkheid (UPV). Waardevolle kunststoffen moeten in de kringloop worden gehouden in plaats van weg te lekken.

 

Maak een start in 2023!

Wilt u een start maken met het gebruik van recyclaat, biobased of biologisch afbreekbare kunststoffen, dan kan Polymer Science Park u helpen met een van onze materiaal- en verwerkingsdeskundigen. PSP is een open innovatiecentrum dat is gespecialiseerd in onderzoek en ontwikkeling van toekomstbestendige polymeren. Neem contact met ons op voor meer informatie.

 

Peter van Barneveld, 15 maart 2023

Vorige week waren wij te gast in de Duurzame Kunststoffabriek van RPP Kunststofoplossingen voor het Kunststof Podium: van Consumentenafval naar Grondstof. Samen met Rova gingen de aanwezige bedrijven in gesprek over de knelpunten van inzameling naar recycling van kunststoffen.

De middag zijn wij gestart met Martine Bonnema van Polymer Science Park (PSP) die benadrukt dat je op weg naar een circulaire economie afhankelijk bent van alle stappen in de keten. Als er bij het inzamelen iets niet goed gaat, dan heeft de hele keten daar last van. Hier ging Rova verder op in.
Hoe gaat PSP hier mee om? PSP doet onderzoek voor bedrijven in de kunststofindustrie en helpen bij innovaties. Met name in de toepassing van duurzame kunststoffen. PSP kan ondersteunen op verschillende vlakken zoals materiaalonderzoek, selectie en optimalisatie. Maar ook op het gebied van proces en ontwerp.

“Rova zit in het afvoerputje van de keten.”

Aldus Corina Hendriks, beleidsadviseur bij Rova. Ze nam ons, samen met collega Marjolein Mann, mee in de wereld van de inzamelaar. Alle ‘troep’ die consumenten kopen krijgt Rova vroeg of laat op het terrein, maar die rol veranderd ondertussen wel een beetje. De rol van een inzamelaar wordt steeds belangrijker. Ze zamelen niet alleen in voor de verbranding, maar worden ook leverancier van grondstoffen om de keten verder te helpen. “Goede afvalscheiding is niet waar consumenten mee bezig zijn als ze in de keuken staan en wij zijn er dan niet om ze voor te lichten.” aldus Corina Hendriks. Daarom maakt Rova gebruik van drie soorten ‘prikkels’.

  • Financiële prikkel: bijvoorbeeld het Diftar-concept van Rova.
  • Service prikkel: Makkelijker maken om het juiste afval thuis in te zamelen en slecht afval weg te laten brengen.
  • Gedragsprikkel: Voorlichting, communicatie en educatie met behulp van gedrag beïnvloedende instrumenten.

Maar aanvullende motivatie is nodig, daarom heeft Rova meerdere campagnes ontwikkeld. Een voorbeeld hiervan is het afvalscheidingsspel. Marjolein Mann nam dit spel mee naar de bijeenkomst om samen met de aanwezige bedrijven te doen. Dat leverde mooie discussies op, want ook professionals uit de kunststofketen zijn het niet altijd eens over hoe het afval gescheiden moet worden of zien met nascheiding niet altijd het nut in van afvalscheiding door consumenten. Naar aanleiding daarvan kwamen een aantal cijfers aan bod, die wij hieronder graag met u delen.

Deze cijfers zijn gebaseerd op de huidige situatie.

 

“Producenten hebben een adviserende rol.”

Aldus Emmelien Regeling, General Manager bij RPP Kunststofoplossingen. Ze presenteert een aantal mooie voorbeelden van wat er al gedaan kan worden met gerecyclede kunststoffen.

Ze benoemt dat producenten een adviserende rol hebben naar hun afnemers. RPP neemt de producten die geproduceerd worden onder de loep en kijken hoe deze mogelijk duurzamer geproduceerd kunnen worden. Bijvoorbeeld door virgin kunststof te combineren met gerecycled kunststof. Ze stellen daarbij kritische vragen. Moeten producten per se in een bepaalde klaar gemaakt worden of kan dat ook anders? Bijvoorbeeld bij motoronderdelen, die aan de buitenkant niet zichtbaar zijn.

Na de inspirerende presentaties en het interactieve spel kregen discussies een vervolg tijdens de afsluitende netwerkborrel. Wilt u naar aanleiding van deze bijeenkomst in contact komen met één van de partijen, dan helpen wij u daar graag bij. Neem daarvoor contact op met PSP.

Nederland heeft de ambitie om in 2030 de helft minder primaire grondstoffen te gebruiken. Voor de rubber- en kunststofindustrie betekent dit concreet de inzet van 1000 kton gerecyclede kunststoffen, waarvan 750 kton uit mechanische recycling en 250 kton uit chemische recycling. Het Actieplan Toepassen Kunststof Recyclaat bevat de maatregelen die moeten worden genomen om deze doelstelling te halen. Op 6 september werd het plan tijdens een digitale bijeenkomst aangeboden aan demissionair staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat.

Het actieplan is opgesteld door een team van deskundigen en met ondersteuning van Partners for Innovation, onder regie van het Transitieteam Kunststoffen. Daarnaast was er de inbreng van zo’n 150 stakeholders, waaronder bedrijven uit de kunststofketen, ngo’s, kennisinstellingen en overheden. In het Transitieteam is een groot aantal partijen vertegenwoordigd, waaronder de NRK, PlasticsEurope Nederland, en het Polymer Science Park en Rijkswaterstaat.

Het plan richt zich op een groot aantal gebieden waar de markt voor recyclaat op dit moment stagneert. Acties om de belemmeringen weg te nemen en de markt vlot te trekken zijn direct nodig, vindt Jos Keurentjes, voorzitter van het Transitieteam. “Om de tussentijdse doelstelling van 2030 en uiteindelijk ook de volledig gesloten kunststofketen in 2050 te bereiken, moeten we echt tempo gaan maken. Het gaat niet alleen om de grondstoffen. We moeten ons realiseren dat we met recyclaat ook een enorme winst pakken in de CO2-footprint. Wanneer de doelstelling van 2030 wordt gehaald, betekent dit een potentiële jaarlijkse CO2-reductie van 1525 kiloton.”

 

“Continuïteit heel belangrijk”

Dat de praktijk weerbarstig is, weten de ondernemers die nu al producten met gerecyclede kunststoffen op de markt brengen. “Technisch kan de inzet van recyclaat heel goed”, zegt Dizzy Soederhuizen van Omefa, één van de bedrijven die zijn uitgenodigd om op 6 september een stukje van de dagelijkse praktijk te belichten. “Prijstechnisch kan het momenteel ook. Maar wanneer de prijs van virgin kunststof daalt, zien we dat het recyclaat daar niet in mee kan. Je krijgt een heel grillig gebeuren, terwijl juist de continuïteit voor ons als ondernemers heel belangrijk is.”

Ook Dijkstra Plastics, fabrikant van kunststof verpakkingsemmers, zet al geruime tijd recyclaat in. “Op dit moment is de toepassing van post consumer materiaal mogelijk voor bijna alle non-food producten”, zegt Remy Notten. “Wat ons betreft zou dat gewoon de norm moeten worden.”

Auping produceert sinds 2018 een volledig circulair matras. Het bedrijf streeft naar een volledig circulair productassortiment in 2030. “Het zou waardevol zijn als het hoogwaardig recyclen van kunststof textiel verder kan worden opgeschaald”, zegt Geert Doorlag. Hij pleit net als Notten voor een gelijk speelveld voor circulaire producten. “We stoppen veel tijd en energie in het terugnemen en recyclen. Het zou van toegevoegde waarde zijn als de competitie hier op dezelfde manier mee bezig is.”

 

Vijftien maatregelen

Omefa, Dijkstra Plastics en Auping behoren tot de koplopers van de industrie, waar steeds meer fabrikanten en recyclers hun proces, producten en grondstoffen verduurzamen om bij te dragen aan de circulaire economie. Toch is er in het geval van recyclaat nog geen sprake van een goed geoliede, transparante markt met stabiele prijzen die kunnen concurreren met de prijs van virgin materiaal. Het actieplan moet daar verandering in brengen. Het bevat een pakket van vijftien maatregelen en benoemt de partijen die de actie moeten nemen. Van de overheid wordt verwacht dat zij de markt met regie, adequate regelgeving en een heldere visie voor de lange termijn ondersteunt.

Volgens Keurentjes reikt die inzet verder dan de eigen landsgrenzen. “Er moet een economische werkelijkheid worden gecreëerd waarin het aantrekkelijk wordt om recyclaat in te zetten. Dat kun je als klein landje niet alleen. Dus moeten we ook kijken naar een Europees verplicht aandeel recyclaat in allerlei producten en marktprikkels zoals een heffing op virgin materiaal, waarmee de maatschappelijke kosten op een goede manier worden verdisconteerd.”

 

26 duizend volle vrachtwagens

Staatssecretaris Van Weyenberg ontvangt het actieplan uit handen van Keurentjes en zegt blij te zijn met het initiatief en de grote ambities vanuit de industrie. “Duizend kiloton recyclaat klinkt overzichtelijk, totdat je doorhebt hoeveel nullen er staan als het over kilo’s gaat. Een miljard kilo, 26 duizend volle vrachtwagens. Dat gaat niet vanzelf. Dan is het mooi om te zien dat er veel energie is om het voor elkaar te krijgen.”

Van Weyenberg is voorstander van méér zekerheid voor de bedrijven die recyclaat in hun producten verwerken. Daarmee werken zij per slot van rekening ook mee aan de doelen uit het Klimaatakkoord van Parijs. “Een lagere olieprijs die maakt dat het businessmodel voor recyclaat onder druk komt te staan, is één van de extra redenen om de CO2-uitstoot veel meer te beprijzen.”

Het mag in elk geval niet blijven hangen op enthousiasme, meent de staatssecretaris. “Het moet een economisch draaiend model zijn. En dat de partijen die geen recyclaat toepassen, daar ook de prijs voor betalen die het gebruik van grondstoffen voor onze samenleving en het klimaat met zich meebrengen.”

 

Vraag jaagt aanbod aan

In het actieplan ligt de focus in eerste instantie op het stimuleren van de vraag. Zo worden fabrikanten en merkeigenaren gevraagd om daar waar mogelijk recyclaat in te zetten, of uit te leggen waarom dat nog niet kan. Binnen het Plastic Pact hebben veel fabrikanten en merkeigenaren zich reeds gecommitteerd aan het verduurzamen van de kunststofketen. Van de overheid wordt verwacht dat ze circulair gaat inkopen, met in de aanbestedingsregels haalbare minimumpercentages circulaire grondstoffen die jaarlijks omhoog worden bijgesteld.

Een grotere vraag betekent automatisch dat inzamelaars en recyclers meer mogelijkheden krijgen om te investeren in een hogere capaciteit. Dat is op de middellange termijn noodzakelijk om de markt goed te laten functioneren. “We zullen in de toekomst veel méér recyclaat nodig hebben”, zegt Erik de Ruijter, directeur Beleid en advies van de NRK, de vereniging van fabrikanten en recyclers van rubber- en kunststofproducten. “We moeten dus van meer afval recyclaat maken, terwijl we nu nog veel afval aan het verbranden zijn. Om continuïteit en groei mogelijk te maken, moeten we daar in elk geval mee stoppen. Om de transitie goed door te maken, is het ook van belang dat chemisch en mechanisch gerecycled materiaal op een eerlijke manier concurreren.”

In het actieplan zijn naast nieuw geformuleerde acties ook lopende initiatieven ondergebracht, zoals de Green Deal ‘Betrouwbaar bewijs voor toepassen van kunststof recyclaat’ en de ontwikkeling van vraag gestuurde standaarden voor recyclaat. Met de Green Deal kunnen claims worden gemaakt over het aandeel recyclaat in producten. Met de standaarden kunnen fabrikanten eenvoudig het benodigde recyclaat vinden en kunnen recyclers naar de gevraagde volumes toe produceren. De Ruijter hoopt dat deze initiatieven uiteindelijk Europees gedragen zullen gaan worden.

 

Samenhang en kennisdeling

Nu het actieplan is aangeboden, is het volgens het Transitieteam belangrijk om de snelheid vast te houden. Versnelling kan onder andere worden bereikt door de samenwerking te verbeteren, meent Keurentjes. In het actieplan zijn ook daar concrete acties voor benoemd. “We moeten zorgen dat er meer samenwerking en kennisdeling tussen de waardeketens op gang komt, om te voorkomen dat we in allerlei parallelle paadjes terecht komen. We willen zoveel mogelijk bedrijven betrekken bij de transitie. Hiervoor is samenhang nodig vanuit de regio’s en de Nationale Transitieagenda Kunststoffen. Daar kan onder meer de mkb-samenwerkingsagenda Rijk-Regio voor worden benut.”

Van Weyenberg zegt toe het thema op de politieke agenda te houden. “Een volgend kabinet zal een aantal nieuwe knopen doorhakken, maar ik zal ervoor zorgen dat we de dynamiek vasthouden en misschien wel versnellen, waar dat kan. Het actieplan is daar wat mij betreft een heel duidelijke oproep voor.”

 

Het Rijksbrede programma ‘Nederland circulair 2050’ stelt als doel een volledig circulaire Nederlandse economie in 2050. De ambitie van het kabinet is om samen met maatschappelijke partners in 2030 een (tussen)doel te realiseren van 50 procent minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen). In het Grondstoffenakkoord zijn deze doelstellingen door meer dan 400 bedrijven, ngo’s, financiële instellingen, kennisinstituten, overheden en andere organisaties onderschreven. Voor rubber en kunststoffen is dit nader uitgewerkt in de transitieagenda Kunststoffen en vervolgens vertaald naar projecten als beschreven in het nationale Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie (CE) 2019-2023.

Overijsselse samenwerking laat circulaire economie goed uit de verf komen

Veolia Polymers, Dijkstra Plastics en Koninklijke Van Wijhe Verf halen de circulaire economie een stukje dichterbij met hun verfemmer van 100% gerecycled plastic. Met deze verfemmer laten ze zien dat circulariteit werkt: zo lang je het maar een kans geeft, én goed samenwerkt.

Aan de buitenkant lijkt de emmer met Wijzonol verf van Van Wijhe Verf niet heel anders dan zijn soortgenoten: ongeveer even groot, even stevig en -niet onbelangrijk- er zit verf in! Wat wel opvalt is de kleur: naast alle witte verfemmers kleurt de Wijzonol emmer mooi donkergrijs. Deze donkere kleur ‘verraadt’ al een beetje wat er zo bijzonder aan deze verfemmer: hij is gemaakt van 100% recyclaat!

Recyclaat?
Recyclaat, ja! De grondstof voor plastic producten, gemaakt van afvalplastic. In de vorm van een korreltje. Dit recyclaat is de tegenhanger van zogenaamd ‘virgin granulaat’: korreltjes van nieuw, niet gerecycled plastic. Van beide soort korrels kun je mooie, stevige verfemmers maken. Kies je voor recyclaat, dan ben je lekker duurzaam bezig: je pompt geen extra olie op voor de productie van het plastic, en je zorgt voor zo’n 80% minder CO2-uitstoot. Maar dan kiest elke verfemmerproducent toch voor recyclaat, zou je zeggen. Maar helaas, het virgin granulaat is nog steeds de grote favoriet. Waar ‘m dat in zit? Onder andere de kleur…

Geen witte emmers

“Vroeger kon je alle kleuren recyclaat bij ons krijgen, zolang het maar zwart was,” grapt Gerrit Klein Nagelvoort, manager business development bij Veolia Polymers, producent van recyclaat. “Maar tegenwoordig heb ik allerlei kleurtjes: blauw, groen, cappuccino!”. Maar geen wit. En dat is nu juist het probleem. Want welke kleur hebben de meeste verfemmers? Juist! Wit! “De klant wil wit recyclaat, omdat verfemmers nu eenmaal wit zijn. Of omdat ze zelf een kleurtje willen toevoegen. Maar ik zal nooit een kristalhelder wit recyclaat kunnen maken van een bonte mix aan afvalplastic.”

 

Grijs, maar duurzaam

Van Wijhe Verf was als B Corp (keurmerk voor ondernemers met mens, milieu en maatschappij als uitgangspunt), al bezig met verduurzaming. De verfemmer zelf kon daar natuurlijk niet bij achterblijven. Dat het dan niet de doorsnee witte emmer kon blijven was volgens Marlies van Wijhe, algemeen directeur van Koninklijke van Wijhe Verf, geen enkel probleem: “Wat maakt dat nou uit dat een verfemmer niet wit is? Ondernemers die daar over vallen zijn op zoek naar redenen om niet te hoeven verduurzamen!”. Ze vroegen Dijkstra Plastics, hun verfemmer producent, hun productieproces wat bij te schaven en geschikt te maken voor het recyclaat van Veolia. Met als resultaat van deze drieledige Overijsselse samenwerking: een stevige, super duurzame grijze verfemmer!

 

Van consument, naar producent, weer terug naar consument

Even alles op een rijtje: Veolia produceert recyclaat van afvalplastic, Dijkstra Plastics maakt van het recyclaat een verfemmer en Van Wijhe stopt er hun Wijzonol verf in. Maar dat is nog niet het complete plaatje: onderweg passeert het plastic nog een aantal ‘stations’. Remy Notten, Commercieel Directeur van Dijkstra Plastics legt uit: “Heb je de verfemmer leeg? Dan breng je hem naar de milieustraat. Vanuit daar gaan alle plastics, en dus ook onze verfemmers, naar een kunststofrecycelaar. Daar worden de kunststoffen op soort gescheiden, fijngemalen en gewassen. Dan komt Veolia om de hoek: die koopt deze kunststof snippers weer op en maakt daar korrels recyclaat van.”

 

Deze snippers vormen slechts een deel van wat er bij Veolia aan afvalplastic binnenkomt. Het overgrote deel, zo’n 70%, is het verpakkingsplastic afkomstig uit de PMD (plastic, metaal en drankkartons) bak bij de mensen thuis. Het PMD afval gaat naar een sorteerfabriek waar het afval op soort gescheiden wordt: metaal, drankkarton en vier verschillende soorten kunststof. Klein Nagelvoort: “Één van die vier soorten kunststof, polypropyleen, kopen wij op in grote balen. In deze balen zie je de boterkuipjes en saladebakjes nog zitten. Alles is dan nog steeds een beetje vuil en stinkend, daarom wordt alles eerst grondig vermalen en gewassen.” Koop jij dus een verfemmer met Wijzonol bij de plaatselijke verfspeciaalzaak, zit daar misschien wel een boterkuipje, dat een tijd geleden nog bij jou in de koelkast stond, in verwerkt. En zo is het cirkeltje weer rond!

 

Het cirkeltje rond

Die ronde cirkel, daar is het allemaal om te doen. Notten: “We móeten er naar toe dat er geen afval meer bestaat, dat al het afval dat we produceren weer de basis is voor nieuwe grondstoffen. Het lineaire systeem ‘kopen, weggooien, verbranden’ is gewoon niet houdbaar.” Dat de houdbaarheidsdatum van onze lineaire economie inmiddels verstreken is, heeft -in het geval van plastic- meerdere redenen. Zo zijn de schadelijke gevolgen van onze afvaleconomie al overal te zien op stranden en in oceanen. Bovendien zorgt het verbranden van afvalplastic voor ontzettend veel uitstoot van CO2. Klein Nagelvoort is dan ook heel duidelijk: “De oliekraan moet dicht. Punt.” Een ander probleem is het plastic afval. “De kwaliteit van kunststof is zo hoog, dat het gewoon niet vergaat als je het niet verbrandt. Al het kunststof dat ooit gemaakt is, en nooit verbrand, zwerft dus nog ergens rond,” legt Notten uit. En dat terwijl de technieken er zijn om er weer een mooi nieuw product van te maken!

 

Portemonnee vóór milieu

Waarom dan nog olie oppompen, en plastic verbranden als er duurzame alternatieven zijn? De kleur van het recyclaat kwam al even voorbij, maar er is meer. “Geld. Het draait allemaal om geld,” zucht Klein Nagelvoort. “Recyclaat lag altijd iets onder de virgin prijs, maar door de lage olieprijzen en de coronacrisis is virgin plastic nu goedkoper. Veel van onze klanten volgen het geld, en stappen helaas dus over naar nieuw plastic.” Of deze trend tijdelijk of blijvend is, hangt af van of er binnenkort regelgeving komt die plastic producenten verplicht een bepaald percentage recyclaat in hun producten te verwerken. Mits de toepassing van het plastic het toelaat: voedselverpakkingen mogen in veel gevallen geen recyclaat bevatten, onder andere vanwege voedselveiligheid.

 

Virgin mag dan wel goedkoper zijn, Dijkstra Plastics kiest nadrukkelijk voor recyclaat voor hun emmers met non-food toepassingen. Notten: “Sinds we zijn gestart met de gerecycelde emmers voor Van Wijhe Verf, is het gebruik van recyclaat onderdeel geworden van onze bedrijfsvoering. Zo’n 60% van onze verpakkingen gaat naar de voedingsindustrie en daar is het gebruik van gerecyclede grondstoffen nog niet toegestaan. Daar maken we nu dus nog gebruik van virgin plastic. Maar voor de overige 40% zijn we bezig zoveel mogelijk om te zetten naar recyclaat!”. Ook bij Koninklijke Van Wijhe Verf is duurzaamheid sterk vervlochten in hun bedrijfsvoering. Het geheim van hun succes? Duurzaamheid beschouwen als iets dat leuk kan zijn. Van Wijhe: “Mensen moeten verduurzamen niet als last gaan beschouwen, maar juist de lol ervan inzien. Ik heb daarom een Greenteam samengesteld binnen mijn bedrijf, met medewerkers die hier enthousiast van worden. Samen organiseren we wedstrijden, lunches en praatsessies over duurzaamheid. En zo slaat dat weer over op de rest van de medewerkers.”

 

Behandel je afval niet als afval

De keuze voor recyclaat of virgin plastic ligt niet alleen bij de producent: óók consumenten kunnen hun stem laten gelden. Hoe? “Als je de keuze hebt tussen twee verfemmers, vergelijkbaar in kwaliteit en prijs, kies dan voor de duurzame variant,” aldus Notten. Op die manier kun je de circulaire economie een zetje in de rug geven. Maar er zijn meer manieren waarop de consument een steentje kan bijdragen. Klein Nagelvoort: “Hoe schoner de gebruikte verfemmer, hoe groter de kans dat deze niet in de verbrandingsoven belandt. Maak je emmer dus goed leeg, en verpest hem vervolgens niet door er nog even gauw het grint en vuil van je aangeveegde stoepje bij in te gooien. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld gebruikte koffiebekertjes: druk daar nou geen peuk bij in, dan kunnen we hem nog hergebruiken.” Kortom: behandel je afval niet als afval. Afval bestaat immers niet in een circulaire economie!

 Dit artikel is tot stand gekomen uit een samenwerking tussen partners van Dutch Circular Polymer Valley: Polymer Science Park, Natuur en Milieu Overijssel en OostNL. In opdracht van de Provincie Overijssel.

Er zijn kansen genoeg om kunststof verpakkingsafval een tweede leven te geven, door het recyclaat niet als tweedehands virgin kunststof te beschouwen maar als een ander materiaal met zijn eigen identiteit en eigenschappen. En: wees bereid om erin te investeren, niet alleen financieel, ook in tijd en in het aangaan van partnerships. Deze en nog meer lessen trekt het programma Kunststof Verpakkingsafval als Grondstof (KVG) uit vijftien pilots, waarvan op 13 november jl. tijdens een eindsymposium de resultaten bekend zijn gemaakt. Projectleider Daphne van den Berg van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV): “Met KVG tonen we aan dat er veel mogelijkheden zijn om van recyclaat iets interessants, leuks of eigentijds maken, waarvoor genoeg belangstelling in de markt is.”

Afgelopen twee jaar voerde Rijkswaterstaat samen met het KIDV het KVG-programma uit. Doelstelling was om vraag en aanbod van recyclaat dichter bij elkaar te brengen en daarmee het gebruik en de vraag naar primaire grondstoffen terug te dringen. Van den Berg: “Zo komen we dichter bij een circulaire economie.” Eerst werd een technische en economische verkenning uitgevoerd om meer en beter inzicht te krijgen in de vraagzijde van de markt en toepassingsmogelijkheden van kunststofrecyclaat. Daarna zijn de vijftien pilots uitgevoerd met inhoudelijke en financiële steun van het programma. De pilots focuste zich op technische innovaties en circulair inkopen. En richten zich op (verwerkings)technieken, design, procesinnovaties en innovaties via ketensamenwerking.

Meer toepassingsmogelijkheden

Vijf pilots richtten zich op de toepassing van huishoudelijk kunststof verpakkingsafval in nieuwe verpakkingen, van koffiebekers tot pallets bijvoorbeeld. Andere pilots gingen onder meer over de mogelijkheden om recyclaat in speelgoed en straatkolken te verwerken of om het als grondstof voor 3D-printen te gebruiken. Uit de rapportage van het KVG-programma: het aantal toepassingsmogelijkheden van gerecyclede kunststoffen is vergroot, doordat in de vijftien pilotprojecten nieuwe producten zijn ontwikkeld van recyclaat. “Gemakkelijk is dat niet altijd. De ervaringen en lessen die zijn geleerd, kunnen goed worden gebruikt door andere organisaties die recyclaat in hun eigen praktijk willen toepassen”, stelt Van den Berg.

 

In het document ‘Tweede levens van kunststofverpakkingen: lessen uit de praktijk’ heeft KVG lessen en tips uit de pilots op een rij gezet. Zoals:

  • Wees vanaf het begin bereid om in elkaar te investeren als pilotpartners.
  • Vorm een consortium waarbij de verschillende schakels in de keten aan tafel zitten en creëer een verantwoordelijkheidsgevoel bij alle partijen.
  • Beschouw recyclaat niet als tweedehands virgin kunststof, maar bekijk het als een ander materiaal met zijn eigen identiteit en eigenschappen.
  • Maak het voordeel dat een innovatie met recyclaat biedt goed zichtbaar voor de markt die je betreedt.
  • Kijk als inkopende partij kritisch naar de inkoopeisen, zodat deze realistisch worden uitgevraagd bij een product of verpakking van recyclaat.

Op basis van de bevindingen van het programma, liggen de grootste kansen voor het toepassen van het recyclaat van kunststof verpakkingsafval in de sectoren bouw en infra, agrofood, bij niet-voedselverpakkingen, transportverpakkingen en consumentenartikelen. In zeven pilots zijn producten zo ver ontwikkeld dat ze rijp zijn voor marktintroductie in 2020. Verschillende pilots hebben gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van gerecyclede kunststoffen door ontwikkeling van nieuwe technologie of andere processtappen bij recyclers en verwerkers van het recyclaat.

Het programma Kunststof Verpakkingsafval als Grondstof is gefinancierd door Stichting Afvalfonds. MVO Nederland en Polymer Science Park ondersteunden de pilotdeelnemers. Het programma stopt binnenkort officieel; de deelnemers ontmoeten elkaar in 2020 nog om met elkaar te kijken naar mogelijke vervolgstappen.

Meer informatie

De resultaten, tips en ervaringen van het programma Kunststof Verpakkingsafval als Grondstof vind je hier: www.kunststofhergebruiken.nl

De factsheets per pilotprojecten. https://kunststofhergebruiken.nl/kvg/factsheets/

Het document ‘Tweede levens van kunststofverpakkingen: lessen uit de praktijk’. https://kunststofhergebruiken.nl/publish/pages/168565/tweede_levens_van_kunststofverpakkingen.pdf

Heb je een vraag?

Bel ons op 085 483 7800 of maak gebruik van het onderstaande contactformulier.