De 3 grootste misverstanden over werken met recyclaat

En hoe het vaak wél kan

Steeds meer bedrijven stappen over op gerecycled kunststof (recyclaat). Omdat ze het willen, omdat het gevraagd wordt óf allebei. De wens is groot, maar de uitvoering lijkt nog weleens een drempel te zijn. In deze blog helderen we de 3 grootste misverstanden op over recyclaat.

Regelmatig spreken we bedrijven die zoeken naar een duurzamer alternatief voor de kunststof waarmee ze – soms al tientallen jaren – produceren. Een aantal van die bedrijven heeft al eens geprobeerd met recyclaat te werken, maar zijn nog niet overtuigd. ‘Het loopt niet lekker op de spuitgiet- of extrusiemachines.’ Of: ‘Mijn product brak sneller.’

Dat kan natuurlijk! Maar dat betekent nog niet dat het onmogelijk is om recyclaat in te zetten. Met de juiste kennis en handelingen kan er meer dan je denkt. Te vroeg concluderen dat recyclaat geen optie is, is dan natuurlijk jammer.

 

Hoe dan wel?

Door vooraf goed in kaart te brengen aan welke eisen jouw product moet voldoen én welke eigenschappen het recyclaat moet hebben. Je wil namelijk weten welke impact een switch naar recyclaat heeft op drie aspecten: het productieproces, het uiterlijk van je product én de kwaliteit van je product. Dat leggen we verder uit aan de hand van drie misverstanden over recyclaat:

 

1. Mijn machines kunnen er niet goed mee werken (productieproces)

Vraag een operator die ooit met recyclaat heeft gewerkt zónder het proces aan te passen, en het antwoord zal overwegend negatief zijn. MFI waarde recyclaat

Klopt de aanname? Dat werken met recyclaat aandacht vraagt klopt. Het kan uitdagend zijn. Meestal zit die uitdaging in de ‘vloei’ van het materiaal, ofwel: de MFI-waarde. Als je virgin kunststof inkoopt, is de MFI-waarde constant. Bij recyclaat kan de MFI-waarde hoger of lager zijn dan virgin. Ook kan de MFI-waarde variëren, omdat de bron ook steeds varieert. Je kunt hier problemen mee krijgen in de productie.

 

Wat is de oplossing? Hier leiden meerdere wegen naar Rome. Ten eerste kun je een ander recyclaat zoeken met de juiste MFI-waarde. Een tweede oplossing is de MFI-waarde te laten verhogen of verlagen door de formulering aan te passen. Je kunt lage en hoge MFI-recyclaat namelijk met elkaar mengen. Een andere optie is dat je virgin kunststof bij laat mengen. Tot slot kun je variatie opvangen door het proces en materiaal goed op elkaar af te stemmen. In het voorbeeld lees je wat je kunt doen bij een variërende MFI-waarde.

 

Vooraf kwaliteitstesten doen is dus cruciaal. En de MFI-waarde bepalen, dat is daar een belangrijk onderdeel van. Lees alles over inkomende kwaliteitstesten in deze blog.

 

2. Mijn product ziet er niet hetzelfde uit (uiterlijk/optisch)

‘De kleur die ik gebruik is niet beschikbaar in recyclaat. De producten zijn niet zo transparant als met virgin kunststof of er zitten strepen in. De consument wil dat niet.’

 

Klopt de aanname? Ja en nee! Over de beschikbaarheid: gelukkig zijn er tegenwoordig veel meer kleuren recyclaat beschikbaar omdat de sorteringsprocessen verbeterd zijn. Kom je vandaag de dag nog steeds niet aan je kleureisen? Neem dan je klant mee in de verduurzaming, zoals in het voorbeeld van de verfemmer (zie kader).

recyclaat verfemmers

Wat is de oplossing? Wil je overstappen op recyclaat en is jouw kleur lastig te matchen? Dan zal je moeten ‘omdenken’ en je marketing en de (eind) klant mee moeten nemen in de verduurzaming slag.

Met het loslaten van de optische eigenschappen wordt de keuze reuze in gerecycled plastic. Natuurlijk gaat dat niet voor elk product op. Omdat het een zichtbaar onderdeel is van een ander product of omdat het glanzend of transparant moet zijn. Daarom denken we altijd graag mee in zo’n overstap.

 

“De overstap op recyclaat kan iets vragen van je product-design of marketing.”

Martine Bonnema, Business Manager R&D

 

3. De kwaliteit is niet goed genoeg (mechanisch)

‘Met recyclaat wordt mijn product brosser en breekt het sneller. Ik kan niet vertrouwen op een kwalitatief hoog resultaat.’ slim ontwerpen recyclaat

Klopt de aanname? Ook hier is het antwoord: ja en nee. Gerecycled materiaal dat keer op keer is verwerkt, kan degraderen.  Daardoor wordt het minder sterk of een stukje brosser. Ook kent recyclaat meer variatie (zie ook het eerste punt) en kan de kwaliteit van je product variëren.

Wat is de oplossing? Meten is weten! Aan welke eisen moet je product minimaal voldoen? Wordt jouw product zwaar belast, dan is er een hoogwaardig recyclaat nodig of kun je het laten modificeren met additieven.  Of je zult het eerst moeten doen met een mix van virgin en recyclaat zoals in dit project. Vooraf onderzoeken hoeveel procent recyclaat je kan (laten) bijmengen is dus belangrijk. Ervaring leert dat tegenwoordig veel producten ontworpen zijn op een hogere kwaliteit dan feitelijk nodig.  Door (opnieuw) de minimale producteisen vast te stellen, maak je als het ware een ‘paspoort’ van jouw product. Daarmee weet je precies welke waardes (de materiaaleigenschappen) je recyclaat moet hebben. Dat verruimt je keuze uit recyclaten aanzienlijk.
Een screening vooraf is dan ook onmisbaar, van zowel van je huidige als nieuwe materiaal. Alleen zo weet je of je met een bepaald type recyclaat  aan de kwaliteit kan voldoen. We adviseren altijd minstens het volgende te onderzoeken en een benchmark te doen: FTIR-ATS, DSC, verassing, MFI, treksterkte, impactsterkte. Lees meer over deze testen in deze blog.

Na deze testen heb je een aantal opties: je machines anders instellen, een ander recyclaat type kiezen of een additief toevoegen om zo wél de juiste kwaliteit te behalen.

 

Day-to-day business

Tot zover de uitdagingen en oplossingen. We hopen je alvast meer inzicht te hebben gegeven welke kennis je zoal nodig hebt over jouw product en welke eigenschappen van het recyclaat belangrijk zijn.

We begrijpen goed dat de day-to-day business al uitdagend genoeg kan zijn. Het is dan ook handig om een samenwerkingspartner te zoeken die je hierin kan ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan je leverancier of vraag ons als onafhankelijk partner. Voor ons is recyclaat namelijk day-to-day business.

Benieuwd wat overstappen op recyclaat voor jouw product betekent? Neem vrijblijvend contact met ons op en we denken graag met je mee.

Al miljarden jaren lang heeft Moeder Natuur een fascinerend palet aan biopolymeren gecreëerd, waarvan sommige ware kunstwerken zijn. In deze blog gaan we dieper in op de wereld van biopolymeren en ontdekken we de diversiteit, functies en toepassingen van deze natuurlijke chemische verbindingen. 

 

Lignocellulose: Bouwsteen van de Natuurlijke Wereld

Het ligt voor de hand om te beginnen met het meest voorkomende polymeer op aarde dat ongeveer 50% van de totale biomassa uitmaakt: lignocellulose. Op afbeelding 1, hier rechts te vinden, is een veronderstelde structuur van lignine in naaldbomenhout te zien. Deze stof in bomen en planten, waaronder gras, wordt steeds meer als grondstof ontdekt. In Groningen werd in 2021 de eerste asfaltweg ter wereld in gebruik genomen, waarin bitumen door lignine werd vervangen. Een voorbeeld dat Rijkswaterstaat verder gaat uitbreiden in het ‘Circuroad’ programma.

 

Chitine: Het Opkomende Alternatief voor PFAS

Chitine is de volgende in de lijst van meest voorkomende biopolymeer op aarde. Het is in vrijwel alle insecten, schaaldieren maar ook in schimmels (paddenstoelen) te vinden. Chitosan, verkregen door het verwerken van chitine, wordt momenteel ontwikkeld als alternatief voor perfluorverbindingen, zoals PFAS. Derivaten van chitosan zijn water- en olieafstotend te maken.

 

De diversiteit van biopolymeren komt tot uiting in hun structuur, waarbij zowel homogene als heterogene, lineaire als vertakte configuraties en co-polymerisaties mogelijk zijn. Homogene biopolymeren hebben een uniforme samenstelling en structuur, en alle sub eenheden (monomeren) in het polymeer zijn identiek. Een voorbeeld is desoxyribonucleïnezuur (DNA). Daarentegen hebben heterogene biopolymeren een niet-uniforme samenstelling en structuur, en bestaan uit verschillende soorten monomeren, zoals eiwitten die uit verschillende aminozuren zijn samengesteld. Alhoewel hierop ook weer uitzonderingen zijn, zoals de co-polymeren van gelatine die uit repeterende tripletten van (glycine-X-Y)n bestaan, waarin X en Y meestal proline en hydroxyproline zijn. De afbeelding hieronder toont links DNA met repeterend eenheden van cytidine, desoxyadenosine, desoxyguanosine en thymidine, in het midden collageen als voorbeeld van een gecopolymeriseerd, relatief homogeen eiwit waaruit gelatine kan worden gewonnen en rechts een complex heterogeen eiwit.

 

Bioactieve Biopolymeren: Natuurlijke Kunstenaars van Functionaliteit

De genoemde biopolymeren geven structuur, stevigheid, bescherming (cellulose, chitine) en energie (zetmeel, glycogeen), maar veel biopolymeren vallen op omdat ze bioactief zijn. Functionele activiteit (zoals regulatie, terugkoppeling, activatie van een cascade) lijkt vooralsnog een eigenschap die meestal bij de door de mens ontworpen polymeren ontbreekt. De natuur kan ons daarbij helpen en inspireren en dat gebeurt in toenemende mate. Een fascinerend voorbeeld, althans voor degene met een bio-organische achtergrond, zijn de ketens van N-acetylsiaalzuur. Te eenvoudig gesteld, maar ze bepalen in hoge mate de groei en aanpassingsvermogen van ons brein. Helaas maken enkele neuro invasieve bacteriën die bijvoorbeeld gevreesde hersenvliesontstekingen veroorzaken, hier misbruik van.

Het antistollingseffect van de heparine is een andere type activiteit van een biopolymeer. De stof wordt in de lever aangemaakt. Professor Stan van Boeckel (verbonden aan het toenmalig Organon) en zijn medewerkers wisten met behulp van computertechnieken (eind jaren 80!) de activiteit van heparine terug te brengen tot een molecuul bestaande uit vijf eenheden met enkele essentiële sulfaatgroepen op stereo chemisch belangrijke posities. Dit baanbrekend onderzoek leidde tot sterk verbeterde antistollingstherapie met organisch synthetische heparine imitaties.

 

Eiwitten: Kampioenen van Actieve Biopolymeren

Aan heparine valt op dat biopolymeren ook een lading kunnen hebben. Heparine en derivaten zijn anionen, maar positief geladen biopolymeren komen ook voor, waarbij stikstof in bijvoorbeeld amine- of guanidiniumgroepen in eiwitten, een belangrijke rol speelt. De functionele groepen in biopolymeren zijn dus divers; behalve sulfaat-, amine-en-guanidiniumgroepen, komen ook veel carbonzuren, fosfaat, methyl, acetyl, glycoloyl groepen voor.

Vanwege hun enorme variëteit en functionaliteit, zijn eiwitten de kampioenen onder de actieve biopolymeren. Moeder Natuur maakt dus niet alleen gebruik van monosachariden en fenolen als bouwstenen voor polymeren, ze doet dat ook met aminozuren en lipiden. Zijde is een intrigerend eiwitcomplex en een grote inspiratiebron voor innovatieve, technologische toepassingen in additieven, films, aero- en hydrogelen, schuim voor medische toepassingen, Nano materialen enzovoorts. Zijde bestaat uit twee eiwitten die in verschillende verhoudingen het product hard of zacht maakt. Dat lijkt op klassieke polymeerchemie, maar dan zonder de vervelende weekmakers.

 

Biopolymeren en chemie

We passen biopolymeren soms met een chemische bewerking aan. Voor mij is leer het meest tot de fantasie sprekende voorbeeld. Al in oude tijden, vanaf circa 9.000 jaren geleden, werden huiden tot leer verwerkt. Voor dit proces werden tannines uit onder andere eikenbast (tannum = eikenbast) ingezet. De negatief geladen tannines hechten via ionbindingen, hydrofobe interacties en waterstofbruggen aan eiwitten. Wijndrinkers kennen het effect van het verschijnsel: tannines in de wijn reageren met mondeiwitten en geven wrange smaak aan de wijn. Hoewel eetbaar, laten we eikels waarschijnlijk om die reden voor de eekhoorns liggen. Vanaf het jaar 1800 werden in toenemende mate chroom- en arseenzouten en formaldehyde (uit rook) voor leerbewerking ingezet. Het komt er in deze processen op neer dat de eiwitten in de huid samenklonteren (verknopen) en complexen vormen.

Fascinerend is hoe de natuur totaal verschillende oligomeren en polymeren combineert. Het zijn koolhydraatketens die covalent aan eiwitten (de zogenaamde glycoproteïnen) gebonden zijn, die bijvoorbeeld meebepalen hoe actief en hoe oud het eiwit mag worden. Parasieten en virussen maken er gebruik van om ons immuunsysteem te misleiden. Dr. Aldert Bergwerff, auteur van deze blog, heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de opheldering van de polymeren die de parasiet Schistosoma mansoni (getoond op de afbeelding hiernaast) gebruikt om ons immuunsysteem om de tuin te leiden. De parasiet is de veroorzaker van bilharzia en na malaria de meest voorkomende infectie op aarde.

 

Voor veel polymeerchemici zal het vanzelfsprekend zijn dat polymeren niet in een waterig milieu oplossen. Uit deze blog volgt dat veel biopolymeren juist in waterige oplossing voorkomen. Het mag als bekend worden verondersteld dat daar ladingen (ionbindingen), hydrofiele en hydrofobe eigenschappen, Van der Waals krachten, cross-linking (disulfide bruggen) et cetera aan bijdragen. Daarbij helpt een watermantel (kristalwater) dat een biopolymeer omhult waarbij de hydroxylgroepen van monosachariden (denk aan de glycoproteïnen) een grote rol spelen. Monosachariden zijn immers polyalcoholen en trekken water aan. Ook een slimme vouwing waarbij ontvouwing voor activatie van allerlei functies mogelijk is, verhoogt de oplosbaarheid van grote moleculen. De absolute winnaar op dit gebied is dubbelstrengs DNA. Op de afbeelding hieronder zie je DNA-strengen die aan een stukje hout of een glazen staaf blijven kleven. Menselijk DNA is opgelost en heeft een DP van 3 miljard (baseparen), een lengte van 2 meter (6 miljard nucleotiden x 0,34 nm) en een moleculaire massa van 2×1012 Da. Welk (xenobiotisch) polymeer doet dit na?

 

Biopolymeren, de spiegel voor polymeerchemici

Kortom, biopolymeren zijn fascinerend en kunnen een spiegel voor polymeerchemici zijn. Ze zijn divers en bestaan uit een breed spectrum aan structuren en hebben vele eigenschappen. Ze zijn in hoge mate biocompatibel. Ze worden dus makkelijk verdragen door levende organismen. Ze zijn hernieuwbaar door ze te produceren uit lignine, cellulose, zetmeel, chitine, eiwitten, vetten et cetera. Ze hebben een grote verscheidenheid aan makkelijk aanpasbare functionaliteit, zoals flexibiliteit, sterkte, elasticiteit, oplosbaarheid, en thermische en chemische stabiliteit. Niet onbelangrijk, misschien wel de belangrijkste kwaliteit van biopolymeren in de huidige tijd: ze zijn eenvoudig afbreekbaar. Welke chemicus gaat dit met zijn/haar ontworpen polymeren volgen?

 

Deze blog is tot stand gekomen in samenwerking met de Chemische Kring Zwolle en geschreven door dr. Aldert Bergwerff.

 

De Potentie van Biobased Polymeren

op 12 maart 2024 vindt het Kunststof Seminar: Circulaire Transitie plaats in Almelo. Het thema van dit seminar is ‘De Potentie van Biobased Polymeren’.  Interessante sprekers uit de markt nemen je mee om de businesscase kloppend te maken, of vertellen je meer over de techniek en toepassingen van biopolymeren.

Wil jij gaan werken met biopolymeren of werk je er al mee en wil je samen met andere partijen een businesscase opzetten, kom dan zeker op 12 maart naar Almelo. De plaatsen voor het Kunststof Seminar zijn beperkt, dus koop jouw ticket dus snel op deze pagina.

5 vragen over het testen van kunststof

Je wil een product van de beste kwaliteit kunststof. Logisch! Maar ís die kwaliteit ook goed? En hoe weet je dat zo zeker? Het antwoord is simpel: door regelmatig je ‘ingaande’ kunststofstromen te testen! Met de toevoeging van een aantal eenvoudige tests in je productieproces, zet je mooie stappen in het professionaliseren van je kwaliteitssysteem. Hoe, wat en waarom? Dat lees je aan de hand van de volgende vijf vragen.

 

Allereerst: waarom testen?

 

Virgin, recyclaat, regrinds of een combinatie ervan: je kunt je product uit allerlei stromen kunststof produceren. En ja, lang was virgin de standaard. Het voordeel van virgin is namelijk dat het ontzettend voorspelbaar is. Je weet wat de kwaliteit van de output is, net als hoe je (spuitgiet- of extrusie-) machines op het materiaal moet instellen. Natuurlijk is die voorspelbaarheid comfortabel, maar met de druk op onze grondstoffen en opkomende wetgeving (Nationale Circulaire Plastic Norm), groeit de behoefte naar duurzamere alternatieven.

 

Gelukkig zien we dat steeds meer bedrijven de switch maken naar recyclaat en regrinds. Goed nieuws natuurlijk, maar dat vraagt om een scherpere blik aan de voorkant. Recyclaat kan vervuild zijn of is een samenstelling van meerdere stromen, die in elke batch kan verschillen. Dat is geen ramp, maar je wil wél weten of deze batch aan de achterkant aan de producteisen voldoet. En of je je machinepark op deze variatie moet instellen. Dat zie je niet met het blote oog, maar ontdek je alleen door de ingaande kunststofstromen te testen. Zo zorg je ervoor dat:

  1. Jouw product met de juiste kwaliteit van de band rolt.

    Als je weet wat erin gaat, weet je ook beter welke kwaliteit eruit komt. Prima als het materiaal een beetje variatie toont, maar door te testen weet je of je product aan de achterkant voldoet.

  2. Je productieproces betrouwbaar blijft.

    Als je weet wat je proces ingaat, voorkom je eerder fouten. Zo beperk je de scrap-rate. Met (meestal kleine) aanpassingen aan je machines (of aan de batches zelf), blijft je productie optimaal.

Testen is dus een mooie stap om je processen te professionaliseren. Ook als je nog twijfelt over het overstappen naar (deels) recyclaat: testen geeft zekerheid.

 

“Zorg dat je weet wat je in handen hebt, voordat het je machines raakt.”

aldus Peter van Barneveld, Business Developer

 

Wat wil je testen?

Dan wil je weten waar je op gaat testen. En wat moet je in ieder geval testen om zeker te zijn dat de ingaande kunststofstroom van de juiste kwaliteit is? Bij Polymer Science Park kennen we meer dan 20 verschillende testen. Maar volgens ons zijn dit de vier die je sowieso wil doen om een robuust kwaliteitssysteem op te zetten:

  1. FTIR en DSC
    Met FTIR spoor je verschillende polymeren en onzuiverheden in het recyclaat op, op basis van hun unieke infraroodspectra. Met DSC kun je verschillende polymeren in het recyclaat identificeren, door naar het specifieke smeltgedrag te kijken. Met een of beide testen, weet je zeker of en in welke mate je recyclaat zuiver is.
  2. Ver-assing
    Hiermee bepaal je de hoeveelheid anorganische vervuiling zoals glas, metaal en zand. Zo kan door de aanwezigheid van zand je product sneller breken of de verwerkingsmachine slijten.
  3. Melt Flow Index (MFI)
    MFI meet de vloeibaarheid van je materiaal. Soms is het nodig om de machines net even anders in te stellen voor een goedgevuld product.
  4. Treksterkte en impact test
    Hiermee test je mechanische eigenschappen zoals de treksterkte, stijfheid, rekbaarheid, slagvastheid en taaiheid. Als je de eigenschappen van de batch weet, weet je beter of je product voldoet aan de eisen. Is het sterk, stijf of flexibel genoeg?

 

Wanneer testen?

Dat bepaal je zelf, afhankelijk van je type product en hoeveel je produceert. Vaak zien we dat bedrijven alleen de allereerste batch laten testen, om vervolgens jarenlang op volle toeren te produceren. Terwijl de batches variatie kunnen vertonen en dus ook de samenstelling ervan. Door een aantal tests in te bedden in je productieproces, voorkom je verrassingen. Je kunt bijvoorbeeld standaard tests doen:

  • bij elke batch (of meerdere tegelijk). Bijvoorbeeld MFI;
  • als je wisselt van leverancier;
  • op aantal: steekproefsgewijs bij bijvoorbeeld elke 5e of 10e batch;
  • op tijd: steekproefsgewijs elke 3e week van de maand of bij de start van de week.

Natuurlijk hangt dat ook af van hóe je je kwaliteitssysteem inregelt. Daarmee komen we op het volgende punt.

 

Hoe borg je dat in je kwaliteitssysteem?

Er zijn in de basis twee manieren om je eigen systeem op te zetten:

  1. Door zelf machines aan te schaffen.
    Eerlijk is eerlijk: dat is vooral voor grote bedrijven haalbaar. Zij schaffen de machines aan en leiden de mensen op. Daarvoor zijn middelen én de kennis nodig. Daarom ‘lenen’ we onze specialisten regelmatig uit om mee te denken over de opzet en het trainen van de collega’s. Zo kan het bedrijf daarna zelf de batches testen, de effecten op het product meten en de machines afstellen waar nodig.
  2. Door het testen uit te besteden.

Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Je stuurt een (of een aantal) batches op en binnen korte tijd is duidelijk of deze voldoen aan jouw kwaliteitseisen. Zo zijn wij al onderdeel van de vaste workflow van een groot aantal bedrijven. Het voordeel is dat we, omdat we veel materiaalstromen kennen, de data breder kunnen interpreteren. Zo kunnen we een bredere analyse doen. Blijkt bijvoorbeeld de treksterkte te laag? Dan kunnen we ook helpen een antwoord te vinden.

 

Daarnaast is het van cruciaal belang dat de data wordt verzameld en geanalyseerd, zodat je een trendanalyse kan maken. Zo kun je terugkijken in de tijd in het geval van een kwaliteitsissue en kan je verbanden proberen te leggen.

 

Je eigen kwaliteitssysteem. Wat zijn de voordelen?

Door te testen (of te láten testen) heb je een groot voordeel. Namelijk: dat je je eigen database en trendanalyse opzet  Dat is handig omdat:

 

  • … het je meer keuzemogelijkheden geeft.
    Je weet precies wat jouw product en proces nodig heeft en welke samenstelling een recyclaat mag hebben. Zo kun je breder kijken dan 1 leverancier.
  • … het voor zekerheid zorgt.
    Natuurlijk, je kunt afgaan op de technische specs van de leverancier van het recyclaat. Maar niet elke leverancier meet hetzelfde of werkt met dezelfde toleranties van vervuiling.
  • …het je onafhankelijk maakt.
    Met name als je het uitbesteedt. Jouw testresultaten zijn onafhankelijk ingewonnen. Mocht een klant of leverancier een kwaliteit-gerelateerde vraag hebben, dan is daar geen twijfel over mogelijk.
  • … het je zekerheid geeft, mocht je nog twijfelen over recyclaat.
    Als je overweegt om te schakelen naar duurzamer kunststof, maar je twijfelt over de kwaliteit. Meten is weten, en zo borg je de kwaliteit aan de voorkant.

 

Gedreven testexperts

Het mag duidelijk zijn dat we enthousiast zijn over testen! Want door een eenvoudige toevoeging van tests, kun je een grote slag slaan in de kwaliteit van je producten én processen. Ook – of misschien wel júist – als je werkt met recyclaat!

 

Ook je kwaliteitscontrole (verder) professionaliseren?

We denken graag mee, neem daarvoor vrijblijvend contact op.

Vorige week waren wij te gast in de Duurzame Kunststoffabriek van RPP Kunststofoplossingen voor het Kunststof Podium: van Consumentenafval naar Grondstof. Samen met Rova gingen de aanwezige bedrijven in gesprek over de knelpunten van inzameling naar recycling van kunststoffen.

De middag zijn wij gestart met Martine Bonnema van Polymer Science Park (PSP) die benadrukt dat je op weg naar een circulaire economie afhankelijk bent van alle stappen in de keten. Als er bij het inzamelen iets niet goed gaat, dan heeft de hele keten daar last van. Hier ging Rova verder op in.
Hoe gaat PSP hier mee om? PSP doet onderzoek voor bedrijven in de kunststofindustrie en helpen bij innovaties. Met name in de toepassing van duurzame kunststoffen. PSP kan ondersteunen op verschillende vlakken zoals materiaalonderzoek, selectie en optimalisatie. Maar ook op het gebied van proces en ontwerp.

“Rova zit in het afvoerputje van de keten.”

Aldus Corina Hendriks, beleidsadviseur bij Rova. Ze nam ons, samen met collega Marjolein Mann, mee in de wereld van de inzamelaar. Alle ‘troep’ die consumenten kopen krijgt Rova vroeg of laat op het terrein, maar die rol veranderd ondertussen wel een beetje. De rol van een inzamelaar wordt steeds belangrijker. Ze zamelen niet alleen in voor de verbranding, maar worden ook leverancier van grondstoffen om de keten verder te helpen. “Goede afvalscheiding is niet waar consumenten mee bezig zijn als ze in de keuken staan en wij zijn er dan niet om ze voor te lichten.” aldus Corina Hendriks. Daarom maakt Rova gebruik van drie soorten ‘prikkels’.

  • Financiële prikkel: bijvoorbeeld het Diftar-concept van Rova.
  • Service prikkel: Makkelijker maken om het juiste afval thuis in te zamelen en slecht afval weg te laten brengen.
  • Gedragsprikkel: Voorlichting, communicatie en educatie met behulp van gedrag beïnvloedende instrumenten.

Maar aanvullende motivatie is nodig, daarom heeft Rova meerdere campagnes ontwikkeld. Een voorbeeld hiervan is het afvalscheidingsspel. Marjolein Mann nam dit spel mee naar de bijeenkomst om samen met de aanwezige bedrijven te doen. Dat leverde mooie discussies op, want ook professionals uit de kunststofketen zijn het niet altijd eens over hoe het afval gescheiden moet worden of zien met nascheiding niet altijd het nut in van afvalscheiding door consumenten. Naar aanleiding daarvan kwamen een aantal cijfers aan bod, die wij hieronder graag met u delen.

Deze cijfers zijn gebaseerd op de huidige situatie.

 

“Producenten hebben een adviserende rol.”

Aldus Emmelien Regeling, General Manager bij RPP Kunststofoplossingen. Ze presenteert een aantal mooie voorbeelden van wat er al gedaan kan worden met gerecyclede kunststoffen.

Ze benoemt dat producenten een adviserende rol hebben naar hun afnemers. RPP neemt de producten die geproduceerd worden onder de loep en kijken hoe deze mogelijk duurzamer geproduceerd kunnen worden. Bijvoorbeeld door virgin kunststof te combineren met gerecycled kunststof. Ze stellen daarbij kritische vragen. Moeten producten per se in een bepaalde klaar gemaakt worden of kan dat ook anders? Bijvoorbeeld bij motoronderdelen, die aan de buitenkant niet zichtbaar zijn.

Na de inspirerende presentaties en het interactieve spel kregen discussies een vervolg tijdens de afsluitende netwerkborrel. Wilt u naar aanleiding van deze bijeenkomst in contact komen met één van de partijen, dan helpen wij u daar graag bij. Neem daarvoor contact op met PSP.

Samen versnellen we technologische vernieuwing in de circulaire economie. De Nederlandse economie moet in 2050 volledig draaien op herbruikbare grondstoffen. Daarvoor zijn nieuwe technologieën, waardeketens en businessmodellen nodig. Hoe kunnen we daar vanuit de kracht van Oost-Nederland een bijdrage aan leveren? Martine Bonnema, projectleider bij Polymer Science Park en Martijn Kerssen, projectmanager Circulaire Economie vinden elkaar in de samenwerking Dutch Circular Polymer Valley en het afgeronde Europese-project Di-Plast.

 

We weten allemaal dat hergebruik van grondstoffen belangrijk is, waarom is het toch nog zo moeilijk om tot een circulaire economie te komen?

Martine: “Een belangrijk verschil met de lineaire economie is dat je andere partners in de keten nodig hebt om circulair te kunnen produceren. Je kan het niet alleen. Daarnaast is het moeilijk om een constante kwaliteit van recyclaat te garanderen. Dat begint al bij de inzameling die vaak verschillend is georganiseerd op verschillende plaatsen”

“De ene kunststof is de andere ook niet. Wat voor het ene product een fantastische eigenschap is, kan tijdens de productie van een ander product weer zorgen voor problemen. Maar vind het maar eens, gerecycled kunststof met de perfecte eigenschappen wat precies lijkt op het virgin kunststof wat je al jaren gebruikt. De overstap maken vraagt flexibiliteit aan beide kanten. De leveranciers van gerecycled kunststof werken aan oplossingen om het materiaal zo goed mogelijk te krijgen en de producenten van kunststoffen proberen met aanpassingen in hun producten juist beschikbaar materiaal te gebruiken. Hierin spelen merkeigenaren een belangrijke rol, zij kunnen de keuzes maken wat betreft het product”

Polymer Science Park ondersteunt bedrijven bij innovatie op het gebied van kunststoffen, wat houdt die ondersteuning in?

Martine: “Ondernemers kunnen bij ons aankloppen met hun vraagstukken. Want hoewel er dus allerlei belemmeringen zijn, is het mooi om te zien dat er veel bedrijven zijn die uitgaan van wat er dan wel kan. Zeker bij ons in de regio. Wij adviseren de bedrijven in het verduurzamen van hun kunststofproducten en hierbij geven wij ook praktische ondersteuning.”

“Het blijft dus, gelukkig, niet bij praten. Door bijvoorbeeld samen met het bedrijf te onderzoeken welke materiaaleigenschappen kritisch zijn en hoe je deze eigenschappen met gerecycled kunststof kan behalen, kunnen er steeds weer mooie stappen gezet worden. Soms helpt het om een tandje terug te doen, dan blijkt dat 100% gerecycled kunststof nog niet mogelijk is, maar dat je wel tot  50% virgin materiaal kan reduceren. Dan beginnen we dáármee en kijken we samen hoe we uiteindelijk tot die 100% kunnen komen. Het helpt hierbij dat wij het productieproces goed begrijpen en op locatie tijdens het produceren ook ondersteuning kunnen bieden, Door middel van trainingen kunnen bedrijven steeds beter produceren met gerecycled kunststof.”

Polymer Science Park is samen met Oost NL een van de partners binnen de Dutch Circular Polymer Valley. Wat houdt die samenwerking in?

Martijn: “DCPV is eigenlijk een proeftuin van de circulaire kunststoffen sector. In en rondom Zwolle zijn verschillende initiatieven die de kunststof sectoren het hergebruik van grondstoffen stimuleren, met de Regiodeal Zwolle – een impuls van het Rijk en de regio – hebben we dat bij elkaar kunnen brengen en versterken. Dat doen we samen met Polymer Science Park dus, maar ook met het Lectoraat Kunststoftechnologie Hogeschool Windesheim, ZWINC, Natuur en Milieu Overijssel/ WaardeRing, ROVA/ CirkelWaarde en Partners for Innovation. Samen hebben we als doel kennis delen, handvatten te bieden aan bedrijven en burgers ook te betrekken bij de circulaire economie.”

In Studio Oost NL meer over de samenwerking DCPV en circulaire initiatieven uit de regio. Tekst loopt door onder de video.

Kun je een voorbeeld geven wat dit soort samenwerking oplevert?

Martijn: “Een aansprekend voorbeeld is de samenwerking van Van Wijhe Verf met Veolia Polymers en Dijkstra Plastics – samen hebben die een verfemmer van 100% gerecycled plastic kunnen maken. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, een verfemmer moet behoorlijk stevig zijn om het gewicht van de verf te kunnen dragen en dat betekent dat er hoge eisen aan het kunststof worden gesteld”.

Tekst loopt door onder de video.

“Wat ons betreft, wordt dit de norm voor alle verfemmers, waarom zou je hiervoor namelijk nog nieuwe plastic gebruiken?   Er worden hierover nu gesprekken gevoerd via het ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Ook wordt er vanuit de nationale transitieagenda kunststoffen naar andere productgroepen gekeken die eigenlijk ook uit gerecycled kunststof kunnen worden gemaakt. Onder andere is er gekeken naar shampoo flacons en wordt er met de hele keten gewerkt aan de circulaire inspectieputten.”

Een belangrijke drempel in de transitie naar meer circulariteit is het ontbreken van een level playing field. Bedrijven die circulaire stappen zetten maken kosten, terwijl bedrijven die geen stappen zetten juist geen kosten maken – hoe kunnen we daar verandering in brengen?

Martijn: “Er zijn mogelijkheden om dat te verbeteren, zoals met een verbrandingsverbod op kunststof of een verplichting van een bepaald percentage recyclaat in producten. Maar vaak hebben die regels ook twee kanten. Het ligt heel genuanceerd en je moet oppassen dat een maatregel niet een ongewenst effect heeft.”

“Soms zijn er ook initiatieven die circulair lijken, maar als je dieper kijkt eigenlijk helemaal geen goed idee zijn, zoals kleding gemaakt van Pet-flessen. In plaats van een hoogwaardig foodgrade materiaal te hergebruiken in een foodgrade toepassing, maak je er een trui van die nog niet gerecycled kan worden tot de grondstof PET.”

“Er kan nog heel veel te verbeteren als het gaat om regelgeving. Denk aan het internationaal transport van afval. Dat is aan allerlei strenge regels verbonden, terwijl wij ‘afval’ en dus ook kunststof recyclaat zien als nieuwe grondstof. Wij helpen door signalen af te geven aan overheden, maar het is natuurlijk ook iets waar op Europese schaal naar gekeken moet worden.”

In Oost-Nederland wordt hard gewerkt aan circulaire innovaties op het gebied kan kunststoffen, als jullie een inspirerend voorbeeld mogen noemen, welke is dat dan?

Martine: “Auping geeft met hun circulaire matras een mooi voorbeeld van hoe samenwerken echt tot innovaties leidt.  Een ander mooi voorbeeld is hoe via vouchers uit het INTEREGG DiPlast-programma Hanzestrohm heeft onderzocht of een aantal van hun producten van gerecycled kunststof gemaakt kunnen worden. Met behulp van de DiPlast matrix tool is er een materiaal gevonden, getest en in productie getest.”

Martijn: “Ik ben er trots op dat we in Oost-Nederland een positieve drive hebben. Gewoon doen. Bedrijven die hun nek uitsteken. Je komt er achter dat het gewoon kan. Ik denk dat we het in Nederland en in het bijzonder Oost-Nederland niet slecht doen. Een voorbeeld daarvan is Basil, dat zijn circulaire fietskratten in Azië liet produceren. Met behulp van een De Groeiversneller en een DiPlast-voucher hebben die productie naar Nederland kunnen halen en wordt deze nu van gerecycled kunststof gemaakt.”

Martine: “Onze regio is in sommige opzichten echt koploper, maandag 6 februari vond het niet voor niets de Nationale Conferentie Circulaire Economie in Zwolle plaats, voor het eerst buiten Den Haag. In november staat het Nationaal Kunststof Congres op het programma. We zijn nu druk bezig met het programma, we willen aan Nederland laten zien wat er allemaal wél kan en al gebeurt op het gebied van kunststof recycling.”

Bron: Oost NL

Ondernemers overleven de ene crisis naar de andere crisis. Na een heftige Corona periode is er alweer plaats gemaakt voor de energiecrisis, grondstofcrisis en een personeelscrisis. Vanwege deze uitdagingen voor ondernemers is het moeilijk om te focussen op de lange termijn, terwijl dit toch essentieel is. Bedenk eens wat de grondstoffen of producten die je nu maakt over 30 jaar met de wereld doen?

2050

30 jaar geleden was het ondenkbaar dat je met je telefoon files kon volgen of binnen seconden contact kon hebben met mensen over de hele wereld. De wereld verandert zo snel dat het bijna niet bij te houden is. Bedenk daarom eens hoe de wereld er over 10 jaar uitziet. Dat is lastig voor te stellen, maar toch is het belangrijk voor je businessmodel. In 2050 leven wij waarschijnlijk in een volledig circulaire economie en wat voor rol ga jij daarin spelen? Ze zeggen: “stil staan is achteruitgaan en dat geldt in deze situatie zeker”. Want ben jij klaar voor een Co2 beprijzing? Kan jij verantwoorden waar je jouw reststromen vandaan haalt? En wat jouw product doet wanneer deze niet meer gebruikt wordt? Ga je daar als producent straks verantwoordelijk voor worden? Het is belangrijk dat wij met z’n allen actie ondernemen, want bestaat onze industrie op de huidige manier nog wel in de economie van 2030? Of 2050?

Verduurzamen in kleine stappen

Op dit moment wordt van de 24,5 miljoen ton plasticafval 14% gerecycled en dit is een stap in de goede richting. Toch zijn er nog veel stappen te maken en te bereiken door in de kunststofindustrie samen te werken. Vol verwondering lees ik zo nu en dan dat we ‘onze’ hoogwaardige kunststoffen nog steeds verbranden. Zouden we nog meer dierbare grondstoffen kunnen redden van een eenmalig leven of de verbrandingsoven? Ga in gesprek met de overheid en met het onderwijs en kijk wat er mogelijk is. Denk niet alleen aan het gebruik van recyclaat, maar ook aan het transport, productieproces of de leveranciers. Op verschillende vlakken zijn duurzame stappen te maken, die soms makkelijker zijn dan het lijkt. En laten we proberen met elkaar een mooi verdienmodel te maken van circulaire kunststoffen. Want laten we eerlijk zijn; jij gooit je contante briefgeld toch ook niet in de open haard?

Urgentie

Het is dus belangrijk dat wij nu in actie komen om de toekomst van kunststof in de positieve richting te duwen. De overheid heeft de oplossing niet, ook al zijn ze verantwoordelijk voor de afvalstromen en hebben ze er veel baat bij. Het is belangrijk dat we nu in actie komen om ons bestaansrecht te behouden. Op dit moment wordt kunststof massaal vervangen door karton. Het imago van kunststof is wel eens beter geweest, toch is kunststof in veel situaties het juiste materiaal om te gebruiken.

Wil je over vijf jaar veranderen omdat het moet of wil je nu veranderen omdat het kan?


Deze blog is een bijdrage van Emmelien Regeling – RPP Kunststof oplossingen
Bron afbeelding: MacKay cartoons

Heb je een vraag?

Bel ons op 085 483 7800 of maak gebruik van het onderstaande contactformulier.