De 3 grootste misverstanden over werken met recyclaat

En hoe het vaak wél kan

Steeds meer bedrijven stappen over op gerecycled kunststof (recyclaat). Omdat ze het willen, omdat het gevraagd wordt óf allebei. De wens is groot, maar de uitvoering lijkt nog weleens een drempel te zijn. In deze blog helderen we de 3 grootste misverstanden op over recyclaat.

Regelmatig spreken we bedrijven die zoeken naar een duurzamer alternatief voor de kunststof waarmee ze – soms al tientallen jaren – produceren. Een aantal van die bedrijven heeft al eens geprobeerd met recyclaat te werken, maar zijn nog niet overtuigd. ‘Het loopt niet lekker op de spuitgiet- of extrusiemachines.’ Of: ‘Mijn product brak sneller.’

Dat kan natuurlijk! Maar dat betekent nog niet dat het onmogelijk is om recyclaat in te zetten. Met de juiste kennis en handelingen kan er meer dan je denkt. Te vroeg concluderen dat recyclaat geen optie is, is dan natuurlijk jammer.

 

Hoe dan wel?

Door vooraf goed in kaart te brengen aan welke eisen jouw product moet voldoen én welke eigenschappen het recyclaat moet hebben. Je wil namelijk weten welke impact een switch naar recyclaat heeft op drie aspecten: het productieproces, het uiterlijk van je product én de kwaliteit van je product. Dat leggen we verder uit aan de hand van drie misverstanden over recyclaat:

 

1. Mijn machines kunnen er niet goed mee werken (productieproces)

Vraag een operator die ooit met recyclaat heeft gewerkt zónder het proces aan te passen, en het antwoord zal overwegend negatief zijn. MFI waarde recyclaat

Klopt de aanname? Dat werken met recyclaat aandacht vraagt klopt. Het kan uitdagend zijn. Meestal zit die uitdaging in de ‘vloei’ van het materiaal, ofwel: de MFI-waarde. Als je virgin kunststof inkoopt, is de MFI-waarde constant. Bij recyclaat kan de MFI-waarde hoger of lager zijn dan virgin. Ook kan de MFI-waarde variëren, omdat de bron ook steeds varieert. Je kunt hier problemen mee krijgen in de productie.

 

Wat is de oplossing? Hier leiden meerdere wegen naar Rome. Ten eerste kun je een ander recyclaat zoeken met de juiste MFI-waarde. Een tweede oplossing is de MFI-waarde te laten verhogen of verlagen door de formulering aan te passen. Je kunt lage en hoge MFI-recyclaat namelijk met elkaar mengen. Een andere optie is dat je virgin kunststof bij laat mengen. Tot slot kun je variatie opvangen door het proces en materiaal goed op elkaar af te stemmen. In het voorbeeld lees je wat je kunt doen bij een variërende MFI-waarde.

 

Vooraf kwaliteitstesten doen is dus cruciaal. En de MFI-waarde bepalen, dat is daar een belangrijk onderdeel van. Lees alles over inkomende kwaliteitstesten in deze blog.

 

2. Mijn product ziet er niet hetzelfde uit (uiterlijk/optisch)

‘De kleur die ik gebruik is niet beschikbaar in recyclaat. De producten zijn niet zo transparant als met virgin kunststof of er zitten strepen in. De consument wil dat niet.’

 

Klopt de aanname? Ja en nee! Over de beschikbaarheid: gelukkig zijn er tegenwoordig veel meer kleuren recyclaat beschikbaar omdat de sorteringsprocessen verbeterd zijn. Kom je vandaag de dag nog steeds niet aan je kleureisen? Neem dan je klant mee in de verduurzaming, zoals in het voorbeeld van de verfemmer (zie kader).

recyclaat verfemmers

Wat is de oplossing? Wil je overstappen op recyclaat en is jouw kleur lastig te matchen? Dan zal je moeten ‘omdenken’ en je marketing en de (eind) klant mee moeten nemen in de verduurzaming slag.

Met het loslaten van de optische eigenschappen wordt de keuze reuze in gerecycled plastic. Natuurlijk gaat dat niet voor elk product op. Omdat het een zichtbaar onderdeel is van een ander product of omdat het glanzend of transparant moet zijn. Daarom denken we altijd graag mee in zo’n overstap.

 

“De overstap op recyclaat kan iets vragen van je product-design of marketing.”

Martine Bonnema, Business Manager R&D

 

3. De kwaliteit is niet goed genoeg (mechanisch)

‘Met recyclaat wordt mijn product brosser en breekt het sneller. Ik kan niet vertrouwen op een kwalitatief hoog resultaat.’ slim ontwerpen recyclaat

Klopt de aanname? Ook hier is het antwoord: ja en nee. Gerecycled materiaal dat keer op keer is verwerkt, kan degraderen.  Daardoor wordt het minder sterk of een stukje brosser. Ook kent recyclaat meer variatie (zie ook het eerste punt) en kan de kwaliteit van je product variëren.

Wat is de oplossing? Meten is weten! Aan welke eisen moet je product minimaal voldoen? Wordt jouw product zwaar belast, dan is er een hoogwaardig recyclaat nodig of kun je het laten modificeren met additieven.  Of je zult het eerst moeten doen met een mix van virgin en recyclaat zoals in dit project. Vooraf onderzoeken hoeveel procent recyclaat je kan (laten) bijmengen is dus belangrijk. Ervaring leert dat tegenwoordig veel producten ontworpen zijn op een hogere kwaliteit dan feitelijk nodig.  Door (opnieuw) de minimale producteisen vast te stellen, maak je als het ware een ‘paspoort’ van jouw product. Daarmee weet je precies welke waardes (de materiaaleigenschappen) je recyclaat moet hebben. Dat verruimt je keuze uit recyclaten aanzienlijk.
Een screening vooraf is dan ook onmisbaar, van zowel van je huidige als nieuwe materiaal. Alleen zo weet je of je met een bepaald type recyclaat  aan de kwaliteit kan voldoen. We adviseren altijd minstens het volgende te onderzoeken en een benchmark te doen: FTIR-ATS, DSC, verassing, MFI, treksterkte, impactsterkte. Lees meer over deze testen in deze blog.

Na deze testen heb je een aantal opties: je machines anders instellen, een ander recyclaat type kiezen of een additief toevoegen om zo wél de juiste kwaliteit te behalen.

 

Day-to-day business

Tot zover de uitdagingen en oplossingen. We hopen je alvast meer inzicht te hebben gegeven welke kennis je zoal nodig hebt over jouw product en welke eigenschappen van het recyclaat belangrijk zijn.

We begrijpen goed dat de day-to-day business al uitdagend genoeg kan zijn. Het is dan ook handig om een samenwerkingspartner te zoeken die je hierin kan ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan je leverancier of vraag ons als onafhankelijk partner. Voor ons is recyclaat namelijk day-to-day business.

Benieuwd wat overstappen op recyclaat voor jouw product betekent? Neem vrijblijvend contact met ons op en we denken graag met je mee.

Met trots kijken wij terug op een succesvol Nationaal Kunststof Congres 2023 in Zwolle. Een congresdag bomvol inspiratie, waardevolle contacten en handvaten waar de industrie mee verder kan. En een inspirerende tour langs toonaangevende ondernemers in de Regio Zwolle. Ben je aanwezig geweest tijdens het Nationaal Kunststof Congres, dan zijn wij benieuwd naar jouw mening. Vul deze enquête in, zodat wij een nieuwe editie nog beter kunnen maken.

 

De toekomst

Het Nationaal Kunststof Congres komt terug in 2025. Zet daarom 13 november 2025 alvast in je agenda. Wil je op de hoogte blijven van de ontwikkelingen? Laat dan jouw gegevens achter. Zodra wij meer informatie hebben over de nieuwe editie, delen we dat met jou.

 

Schrijf je in via het onderstaande formulier om op de hoogte te blijven van het Nationaal Kunststof Congres.

 

Hou mij op de hoogte

Naam(Vereist)
Ik ga akkoord met

In onze vorige blog gaven wij u 3 manieren om te starten met een ‘groener’ plastic product portfolio, namelijk:

1) Gebruik maken van gerecycled plastic – oftewel recyclaat

2) Gebruik maken van biogebaseerde kunststoffen

3) Gebruik maken van bioafbreekbare kunststoffen

Voor deze onderwerpen geldt dat er uitdagingen en kansen liggen. In deze blog vertellen wij u meer over het gebruik van gerecyclede plastics.

 

Goodbye virgin, hello recyclaat!

Er zijn een aantal redenen waarom bedrijven gerecycled plastic willen gebruiken. De belangrijkste zijn milieuwinst en prijs. Gerecycled kunststof kost minder energie om geproduceerd te worden en door ze her te gebruiken, voorkomen we dat ze in het milieu terecht komen. Dit bespaart CO₂ en extra kosten! De kosten van recyclaat zijn momenteel lager dan die van nieuw (virgin) materiaal.

Daarnaast zien we dat consumenten, bedrijven en (semi) overheden steeds vaker duurzaamheid meewegen in hun aankoop. Onderscheidend vermogen door middel van inzet van recyclaat is dus gewoon onderdeel van het businessmodel vandaag; survival of the fittest!

Als laatste spelen overheid ambities en voortvloeiende regelgeving ook een rol. We hebben in Nederland afgesproken dat in 2030, 50% van de grondstoffen circulair moet zijn. Om hieraan te voldoen, kan de overstap naar gerecycled kunststof een belangrijke stap zijn. We zien nu al in Frankrijk dat het verplicht is om 20% circulaire content te hebben in alle overheidsaanbestedingen.

Dat recyclaat als alternatief voor virgin plastic kan worden ingezet, is in een breed scala aan producten al aangetoond. Denk hierbij aan verfemmers, zeepflessen, maar ook producten in de bouw zoals profielen, buizen en kappen.

Kortom; de weg ligt behoorlijk open met kansen om gerecycled plastic in te zetten. Toch zijn er een aantal overwegingen en voorbereidingen nodig.

 

Ja ik wil recyclaat inzetten, hoe nu verder?

De uitdagingen in het gebruik van recyclaat zijn te categoriseren in 3 onderwerpen.

  • Beschikbaarheid
  • Wetgeving
  • Materiaaleigenschappen

 

 

Beschikbaarheid

Stabiliteit in kwaliteit en beschikbaarheid van het juiste materiaal is belangrijk voor een stabiel proces en eindproduct. De beschikbaarheid van kunststof hangt samen met de inzameling en sortering van het plastic. Er kan worden gesorteerd op type kunststof, product en/of kleur. Hoe beter het materiaal gesorteerd wordt, hoe beter de eigenschappen zijn.   Dit proces is zowel kostbaar als technisch uitdagend. Neem bijvoorbeeld een handvat van een boormachine, deze bestaat uit twee types kunststof die aan elkaar vast zitten. Design-For-Recycling (denk aan modulariteit en ontwerp van monomateriaal) hangt daarom zeer sterk samen met de kwaliteit en beschikbaarheid van het recyclaat.

 

Wetgeving

De huidige wetgeving stimuleert het gebruik van gerecycled plastic. Normen worden langzaam maar zeker herschreven om gebruik van recyclaat niet te verhinderen. Toch zijn er een aantal kunststof toepassingen waarbij dit lastig ligt. De voedselwetgeving schrijft voort dat er in voedseltoepassingen buiten PET nog geen gerecycled kunststof mogen worden toegepast. Dit komt doordat contaminaties de voedselveiligheid niet gegarandeerd kan worden. Een verdieping van wat mag in uw segment wordt sterk aanbevolen.

 

Materiaaleigenschappen

Materiaaleigenschappen worden bepaald door recyclaat goed te sorteren (puurheid), wassen (verwijderen vervuiling, contaminaties, geur) en upgraden waar nodig. De materiaaleigenschappen van recyclaat zijn anders dan virgin kunststoffen. Belangrijk is om de relevante eigenschappen te weten van de virgin kunststof en een benchmark uit te voeren met het gerecyclede equivalent. Daarnaast kunnen de eigenschappen worden verbeterd door het gebruik van additieven tijdens de compounding stap of een verbeterde sortering.

 

Van uitdagingen naar innovatie

De Kunststof branche is zich goed bewust van bovenstaande mogelijkheden en uitdagingen. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten wordt rekening gehouden met het gebruik van recyclaat, al dan niet van eigen retour stromen of vanuit ingezameld afval. In geval van retourstroom pilots wordt er veel geleerd over hoe producten terugkomen en weer worden ingezet als waardevolle grondstoffen Deze recyclaat stromen worden vaak opgewaardeerd om aan producteigenschappen te voldoen.

Wat opvalt is dat in alle kunststof segmenten vooral grote stappen wordt gezet door de ‘leaders of the industry’. Zij omarmen het nieuwe businessmodel dat rekening houdt met zowel een lage footprint, volledige recycleerbaarheid en prachtige product performances. Zie bijvoorbeeld het ELYSIUM matras van Auping wat bestaat uit een (mono) type kunststof en via retour systemen aan het einde van zijn levensduur weer terugkomt.

 

Bent u de volgende ‘leader of the industry’ en heeft u ambities om van start te gaan met recyclaat in uw product? Loopt u daarin tegen één van deze of andere uitdagingen aan? Wij pakken de uitdagingen graag met u aan. Onze materiaal- en verwerkingsdeskundigen van Polymer Science park helpen u verder met kennis, test- en prototype faciliteiten en een prachtig netwerk.  Neem daarvoor vrijblijvend contact op.

Martine Bonnema, 16 mei 2023

Plastic producten hebben vaak een negatief imago, terwijl deze markt de afgelopen decennia sterk is gegroeid. Het probleem waar veel productmanagers, ontwerpers en R&D-managers mee te maken hebben, is waar ze moeten beginnen met het “vergroenen” van hun portfolio dat nog steeds op fossiele brandstoffen is gebaseerd. In deze blog geven we 3 opties die u op weg helpen.

 

Plastic: the best and the worst

Er wordt vaak gezegd dat plastics de drijvende kracht zijn achter de circulaire en koolstofarme economie die Europa voor ogen heeft. De unieke eigenschappen van plastics zorgen voor unieke functionaliteiten: lange levensduur, niet-corrosief, eindeloos recyclebaar en licht van gewicht. Maar dat heeft een prijs; het grootste deel van de polymeren is nog steeds gebaseerd op fossiele brandstoffen en de hoeveelheid polymeren die daadwerkelijk wordt gerecycled, is nog steeds beperkt. Bovendien belanden plastics vaak op de vuilnisbelt en bedreigen microplastics onze wateren. Dus de vraag rijst, wat kunnen we doen om deze producten toekomstbestendig te maken? 

 

Reduce, Re-use and Recycle; waar en hoe te beginnen?

Waarschijnlijk bent u al begonnen met een of meer van de onderstaande R’s om de impact van uw producten te verminderen: 

  • Verminderen: Verminder het gewicht en/of schakel over op niet-fossiele of niet-virgin grondstoffen. Verleng de levensduur van het product zodat minder herhaalaankopen nodig zijn. 
  • Hergebruiken: Verbeter de repareerbaarheid en voeg modulaire componenten toe.
  • Recycling: Herwin waardevolle materialen om nieuwe producten te produceren.

De 3 R’s zijn enigszins abstract en niet voldoende richtinggevend voor ontwerpers, productontwikkelaars, marketeers en R&D-ingenieurs om een productwijziging te starten. In de samenvatting hieronder geven we u 3 mogelijke richtingen om te beginnen: 

 

 

 

1. Gebruik van recyclaat

Vandaag de dag is er een groeiende voorraad recyclaat die wordt gegenereerd uit industrieel en consumentenafval. Recyclaat wordt gewassen, gesorteerd (op kleur/kwaliteit) en opnieuw gesmolten tot granulaat. Grote fracties (in verschillende kwaliteiten) die beschikbaar zijn als recyclaat zijn PP, PET en PE (HDPE/LDPE). Hieronder enkele overwegingen om rekening mee te houden bij de inzet van recyclaat:

  • Beschikbaarheid en prijs: stabiliteit van aanbod en prijs geeft inzicht in hoeveel recyclaat je kunt gebruiken.
  • Fysieke eigenschappen: het is essentieel om de fysieke eigenschappen van beschikbare materialen te controleren en deze af te stemmen op de vereisten van je product. 

 

2. Gebruik van biogebaseerde kunststoffen

Op dit moment is het niet mogelijk om elk type product volledig te produceren met recyclaat als grondstof, vanwege verschillende redenen (zoals voorschriften voor voedselkwaliteit, fysische eigenschappen en beschikbaarheid). In het geval dat je toch een start wilt maken met het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen en CO2-uitstoot, zijn bBiobased materialen een interessant alternatief. De belangrijkste factor om rekening mee te houden is beschikbaarheid en prijs, vanwege de relatief lage volwassenheid van deze technologie. Daarnaast is het belangrijk om de verwerkings- en fysieke eigenschappen te kennen, omdat sommige biobased kunststoffen directe alternatieven zijn (zoals Bio-PE), maar sommige materialen een compleet verschillende set eigenschappen hebben (zoals PHA, PEF). 

 

3. Gebruik van biologisch afbreekbare kunststoffen

Biologisch afbreekbare kunststoffen zijn een interessante oplossing voor kunststofproducten waarbij (onbedoelde) vrijlating in het milieu waarschijnlijk is. Voorbeelden hiervan zijn verpakkingen en draagbare textielproducten in de vorm van microplastics. Het overschakelen naar biologisch afbreekbare materialen kan afvalvermindering, microplastics en milieuvrijlating verminderen. 

Een belangrijk punt is om te controleren of de geteste afbraakconditie overeenkomt met de omgeving waarin het product waarschijnlijk wordt vrijgegeven (zoals industriële compostering, thuiscompostering, natuurlijke bodem). Tot slot zijn biologisch afbreekbare kunststoffen minder geschikt voor producten die kunnen worden gerecycled via een gecoördineerd end-of-life systeem, zoals via een systeem voor uitgebreide productverantwoordelijkheid (UPV). Waardevolle kunststoffen moeten in de kringloop worden gehouden in plaats van weg te lekken.

 

Maak een start in 2023!

Wilt u een start maken met het gebruik van recyclaat, biobased of biologisch afbreekbare kunststoffen, dan kan Polymer Science Park u helpen met een van onze materiaal- en verwerkingsdeskundigen. PSP is een open innovatiecentrum dat is gespecialiseerd in onderzoek en ontwikkeling van toekomstbestendige polymeren. Neem contact met ons op voor meer informatie.

 

Peter van Barneveld, 15 maart 2023

Het Groeifondsvoorstel BioBased Circular maakt de weg vrij om in Nederland over te schakelen op het gebruik van klimaatneutrale materialen. In de komende acht jaar worden nieuwe productieketens ontwikkeld voor onder andere plastics, kunststoffen en bouwmaterialen die minstens zo concurrerend zijn als de huidige, maar met een groot verschil: ze verruilen fossiele koolstofverbindingen voor plantaardige. Het resultaat: een natuurlijke materialenkringloop die CO2-neutraal is, onuitputbaar is en een fantastisch internationaal economisch perspectief heeft.

 

 

 

 

De gedachte achter BioBased Circular is eigenlijk verrassend eenvoudig: stop met het oppompen van koolstofverbindingen uit de aardkost en zet planten voor je aan het werk in een natuurlijke materialenkringloop. Planten zijn immers uitstekend in staat om het broeikasgas CO2 uit de atmosfeer op te nemen en om te zetten in waardevolle koolstofverbindingen. Die op hun beurt weer net zo goed inzetbaar zijn in de chemische maakindustrie als de fossiele koolstofverbindingen die we nu gebruiken. Dit betekent dat we geen extra CO2 meer aan de atmosfeer toevoegen, waardoor de chemische maakindustrie klimaatneutraal kan werken. Door bij het ontwerp van de materialen rekening te houden met een maximale recyclebaarheid, kun je zelfs CO2 langdurig opslaan en verandert de industrie in een carbon sink. Het plantaardige materiaal kan uit een scala van bronnen komen, variërend van reststromen uit de agrifoodsector, snoeihout uit de bosbouw of daartoe geteelde gewassen.

 

Nieuwe, circulaire productieketens

Om tot een klimaatneutrale chemische maakindustrie te komen moet nog een beperkt aantal technologische hobbels worden genomen. In BioBased Circular wordt onderzoek gedaan om deze hobbels weg te nemen. De grootste uitdaging ligt echter in het organiseren van nieuwe productieketens van een industriële omvang. Sectoren zoals de agrifoodsector en de bosbouw gaan daarin voor het eerst nauw samen met de chemische maakindustrie. Dit vraagt om uitdagende aanpassingen in bijvoorbeeld de manier van werken en in wet- en regelgeving. Door in het ontwerp van de nieuwe materialen optimaal rekening te houden met hergebruik en verwerkbaarheid aan het einde van het productleven, werken de productieketens volledig circulair.

 

Vijf waardecirkels

BioBased Circular ontwikkelt in de komende jaren vijf nieuwe productieketens van een industriële omvang. Deze ketens zijn zodanig gekozen dat de opgedane ervaringen ook bruikbaar zijn voor andere, later te ontwikkelen, productieketens. In de komende jaren wordt gewerkt aan:

  • Biobased kunststoffen op basis van melkzuur
  • Biobased polyester uit suikerbieten
  • Biobased harsen voor de bouw- en meubelindustrie
  • Biobased verven, coatings en isolatiematerialen uit plantaardige reststromen
  • Afbreekbare biopolymeren uit afvalwater

 

Economische groei: 1,5 a 3,5 miljard

BioBased Circular is méér dan een bijdrage aan de oplossing van het klimaatprobleem. Het biedt ook enorme economische kansen en voegt 1,5 a 3,5 miljard euro toe aan het Bruto Nationaal Product. Zowel in de agrifoodsector, de bosbouw, de recyclingsector als in de chemische maakindustrie neemt het aantal banen met 2.500 tot 8.300 toe en werken dus vele duizenden mensen aan de realisatie van een klimaatneutrale, circulaire economie.

 

Polymer Science Park en Dutch Circular Polymer Valley ondersteunen dit programma en zijn trots hier onderdeel vanuit te maken. Op deze website leest u meer over het programma.

Samen versnellen we technologische vernieuwing in de circulaire economie. De Nederlandse economie moet in 2050 volledig draaien op herbruikbare grondstoffen. Daarvoor zijn nieuwe technologieën, waardeketens en businessmodellen nodig. Hoe kunnen we daar vanuit de kracht van Oost-Nederland een bijdrage aan leveren? Martine Bonnema, projectleider bij Polymer Science Park en Martijn Kerssen, projectmanager Circulaire Economie vinden elkaar in de samenwerking Dutch Circular Polymer Valley en het afgeronde Europese-project Di-Plast.

 

We weten allemaal dat hergebruik van grondstoffen belangrijk is, waarom is het toch nog zo moeilijk om tot een circulaire economie te komen?

Martine: “Een belangrijk verschil met de lineaire economie is dat je andere partners in de keten nodig hebt om circulair te kunnen produceren. Je kan het niet alleen. Daarnaast is het moeilijk om een constante kwaliteit van recyclaat te garanderen. Dat begint al bij de inzameling die vaak verschillend is georganiseerd op verschillende plaatsen”

“De ene kunststof is de andere ook niet. Wat voor het ene product een fantastische eigenschap is, kan tijdens de productie van een ander product weer zorgen voor problemen. Maar vind het maar eens, gerecycled kunststof met de perfecte eigenschappen wat precies lijkt op het virgin kunststof wat je al jaren gebruikt. De overstap maken vraagt flexibiliteit aan beide kanten. De leveranciers van gerecycled kunststof werken aan oplossingen om het materiaal zo goed mogelijk te krijgen en de producenten van kunststoffen proberen met aanpassingen in hun producten juist beschikbaar materiaal te gebruiken. Hierin spelen merkeigenaren een belangrijke rol, zij kunnen de keuzes maken wat betreft het product”

Polymer Science Park ondersteunt bedrijven bij innovatie op het gebied van kunststoffen, wat houdt die ondersteuning in?

Martine: “Ondernemers kunnen bij ons aankloppen met hun vraagstukken. Want hoewel er dus allerlei belemmeringen zijn, is het mooi om te zien dat er veel bedrijven zijn die uitgaan van wat er dan wel kan. Zeker bij ons in de regio. Wij adviseren de bedrijven in het verduurzamen van hun kunststofproducten en hierbij geven wij ook praktische ondersteuning.”

“Het blijft dus, gelukkig, niet bij praten. Door bijvoorbeeld samen met het bedrijf te onderzoeken welke materiaaleigenschappen kritisch zijn en hoe je deze eigenschappen met gerecycled kunststof kan behalen, kunnen er steeds weer mooie stappen gezet worden. Soms helpt het om een tandje terug te doen, dan blijkt dat 100% gerecycled kunststof nog niet mogelijk is, maar dat je wel tot  50% virgin materiaal kan reduceren. Dan beginnen we dáármee en kijken we samen hoe we uiteindelijk tot die 100% kunnen komen. Het helpt hierbij dat wij het productieproces goed begrijpen en op locatie tijdens het produceren ook ondersteuning kunnen bieden, Door middel van trainingen kunnen bedrijven steeds beter produceren met gerecycled kunststof.”

Polymer Science Park is samen met Oost NL een van de partners binnen de Dutch Circular Polymer Valley. Wat houdt die samenwerking in?

Martijn: “DCPV is eigenlijk een proeftuin van de circulaire kunststoffen sector. In en rondom Zwolle zijn verschillende initiatieven die de kunststof sectoren het hergebruik van grondstoffen stimuleren, met de Regiodeal Zwolle – een impuls van het Rijk en de regio – hebben we dat bij elkaar kunnen brengen en versterken. Dat doen we samen met Polymer Science Park dus, maar ook met het Lectoraat Kunststoftechnologie Hogeschool Windesheim, ZWINC, Natuur en Milieu Overijssel/ WaardeRing, ROVA/ CirkelWaarde en Partners for Innovation. Samen hebben we als doel kennis delen, handvatten te bieden aan bedrijven en burgers ook te betrekken bij de circulaire economie.”

In Studio Oost NL meer over de samenwerking DCPV en circulaire initiatieven uit de regio. Tekst loopt door onder de video.

Kun je een voorbeeld geven wat dit soort samenwerking oplevert?

Martijn: “Een aansprekend voorbeeld is de samenwerking van Van Wijhe Verf met Veolia Polymers en Dijkstra Plastics – samen hebben die een verfemmer van 100% gerecycled plastic kunnen maken. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, een verfemmer moet behoorlijk stevig zijn om het gewicht van de verf te kunnen dragen en dat betekent dat er hoge eisen aan het kunststof worden gesteld”.

Tekst loopt door onder de video.

“Wat ons betreft, wordt dit de norm voor alle verfemmers, waarom zou je hiervoor namelijk nog nieuwe plastic gebruiken?   Er worden hierover nu gesprekken gevoerd via het ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Ook wordt er vanuit de nationale transitieagenda kunststoffen naar andere productgroepen gekeken die eigenlijk ook uit gerecycled kunststof kunnen worden gemaakt. Onder andere is er gekeken naar shampoo flacons en wordt er met de hele keten gewerkt aan de circulaire inspectieputten.”

Een belangrijke drempel in de transitie naar meer circulariteit is het ontbreken van een level playing field. Bedrijven die circulaire stappen zetten maken kosten, terwijl bedrijven die geen stappen zetten juist geen kosten maken – hoe kunnen we daar verandering in brengen?

Martijn: “Er zijn mogelijkheden om dat te verbeteren, zoals met een verbrandingsverbod op kunststof of een verplichting van een bepaald percentage recyclaat in producten. Maar vaak hebben die regels ook twee kanten. Het ligt heel genuanceerd en je moet oppassen dat een maatregel niet een ongewenst effect heeft.”

“Soms zijn er ook initiatieven die circulair lijken, maar als je dieper kijkt eigenlijk helemaal geen goed idee zijn, zoals kleding gemaakt van Pet-flessen. In plaats van een hoogwaardig foodgrade materiaal te hergebruiken in een foodgrade toepassing, maak je er een trui van die nog niet gerecycled kan worden tot de grondstof PET.”

“Er kan nog heel veel te verbeteren als het gaat om regelgeving. Denk aan het internationaal transport van afval. Dat is aan allerlei strenge regels verbonden, terwijl wij ‘afval’ en dus ook kunststof recyclaat zien als nieuwe grondstof. Wij helpen door signalen af te geven aan overheden, maar het is natuurlijk ook iets waar op Europese schaal naar gekeken moet worden.”

In Oost-Nederland wordt hard gewerkt aan circulaire innovaties op het gebied kan kunststoffen, als jullie een inspirerend voorbeeld mogen noemen, welke is dat dan?

Martine: “Auping geeft met hun circulaire matras een mooi voorbeeld van hoe samenwerken echt tot innovaties leidt.  Een ander mooi voorbeeld is hoe via vouchers uit het INTEREGG DiPlast-programma Hanzestrohm heeft onderzocht of een aantal van hun producten van gerecycled kunststof gemaakt kunnen worden. Met behulp van de DiPlast matrix tool is er een materiaal gevonden, getest en in productie getest.”

Martijn: “Ik ben er trots op dat we in Oost-Nederland een positieve drive hebben. Gewoon doen. Bedrijven die hun nek uitsteken. Je komt er achter dat het gewoon kan. Ik denk dat we het in Nederland en in het bijzonder Oost-Nederland niet slecht doen. Een voorbeeld daarvan is Basil, dat zijn circulaire fietskratten in Azië liet produceren. Met behulp van een De Groeiversneller en een DiPlast-voucher hebben die productie naar Nederland kunnen halen en wordt deze nu van gerecycled kunststof gemaakt.”

Martine: “Onze regio is in sommige opzichten echt koploper, maandag 6 februari vond het niet voor niets de Nationale Conferentie Circulaire Economie in Zwolle plaats, voor het eerst buiten Den Haag. In november staat het Nationaal Kunststof Congres op het programma. We zijn nu druk bezig met het programma, we willen aan Nederland laten zien wat er allemaal wél kan en al gebeurt op het gebied van kunststof recycling.”

Bron: Oost NL

Heb je een vraag?

Bel ons op 085 483 7800 of maak gebruik van het onderstaande contactformulier.