Terugblik: Consumentenafval, de grondstof van de toekomst

Vorige week waren wij te gast in de Duurzame Kunststoffabriek van RPP Kunststofoplossingen voor het Kunststof Podium: van Consumentenafval naar Grondstof. Samen met Rova gingen de aanwezige bedrijven in gesprek over de knelpunten van inzameling naar recycling van kunststoffen.

De middag zijn wij gestart met Martine Bonnema van Polymer Science Park (PSP) die benadrukt dat je op weg naar een circulaire economie afhankelijk bent van alle stappen in de keten. Als er bij het inzamelen iets niet goed gaat, dan heeft de hele keten daar last van. Hier ging Rova verder op in.
Hoe gaat PSP hier mee om? PSP doet onderzoek voor bedrijven in de kunststofindustrie en helpen bij innovaties. Met name in de toepassing van duurzame kunststoffen. PSP kan ondersteunen op verschillende vlakken zoals materiaalonderzoek, selectie en optimalisatie. Maar ook op het gebied van proces en ontwerp.

“Rova zit in het afvoerputje van de keten.”

Aldus Corina Hendriks, beleidsadviseur bij Rova. Ze nam ons, samen met collega Marjolein Mann, mee in de wereld van de inzamelaar. Alle ‘troep’ die consumenten kopen krijgt Rova vroeg of laat op het terrein, maar die rol veranderd ondertussen wel een beetje. De rol van een inzamelaar wordt steeds belangrijker. Ze zamelen niet alleen in voor de verbranding, maar worden ook leverancier van grondstoffen om de keten verder te helpen. “Goede afvalscheiding is niet waar consumenten mee bezig zijn als ze in de keuken staan en wij zijn er dan niet om ze voor te lichten.” aldus Corina Hendriks. Daarom maakt Rova gebruik van drie soorten ‘prikkels’.

  • Financiële prikkel: bijvoorbeeld het Diftar-concept van Rova.
  • Service prikkel: Makkelijker maken om het juiste afval thuis in te zamelen en slecht afval weg te laten brengen.
  • Gedragsprikkel: Voorlichting, communicatie en educatie met behulp van gedrag beïnvloedende instrumenten.

Maar aanvullende motivatie is nodig, daarom heeft Rova meerdere campagnes ontwikkeld. Een voorbeeld hiervan is het afvalscheidingsspel. Marjolein Mann nam dit spel mee naar de bijeenkomst om samen met de aanwezige bedrijven te doen. Dat leverde mooie discussies op, want ook professionals uit de kunststofketen zijn het niet altijd eens over hoe het afval gescheiden moet worden of zien met nascheiding niet altijd het nut in van afvalscheiding door consumenten. Naar aanleiding daarvan kwamen een aantal cijfers aan bod, die wij hieronder graag met u delen.

Deze cijfers zijn gebaseerd op de huidige situatie.

 

“Producenten hebben een adviserende rol.”

Aldus Emmelien Regeling, General Manager bij RPP Kunststofoplossingen. Ze presenteert een aantal mooie voorbeelden van wat er al gedaan kan worden met gerecyclede kunststoffen.

Ze benoemt dat producenten een adviserende rol hebben naar hun afnemers. RPP neemt de producten die geproduceerd worden onder de loep en kijken hoe deze mogelijk duurzamer geproduceerd kunnen worden. Bijvoorbeeld door virgin kunststof te combineren met gerecycled kunststof. Ze stellen daarbij kritische vragen. Moeten producten per se in een bepaalde klaar gemaakt worden of kan dat ook anders? Bijvoorbeeld bij motoronderdelen, die aan de buitenkant niet zichtbaar zijn.

Na de inspirerende presentaties en het interactieve spel kregen discussies een vervolg tijdens de afsluitende netwerkborrel. Wilt u naar aanleiding van deze bijeenkomst in contact komen met één van de partijen, dan helpen wij u daar graag bij. Neem daarvoor contact op met PSP.

Jaarlijks gaat het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) op werkbezoek in één van de provincies, dit jaar was de Provincie Overijssel aan de beurt. Wij mochten de afgevaardigden uit Brussel ook bij Polymer Science Park (PSP) verwelkomen. Tijdens het bezoek presenteerden onze projectleider Erwin Zant en programma manager Femke de Loos over PSP en het samenwerkingsproject Dutch Circular Polymer Valley (DCPV) in de Regio Zwolle.

Ze gaven ook inzicht in het actieplan ‘Toepassen Kunststof Recyclaat’ dat mede mogelijk is gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) React-EU programma. Met het Materials Platform Kunststof Recyclaat, dat onderdeel is van het actieplan, vullen we de behoefte in van onze achterban om samenwerking in de kunststof keten te bevorderen en de match tussen vraag en aanbod van gerecycled kunststof (kunststof recyclaat) te faciliteren.

 

Verder kwam het Interreg X-lives project aan bod. Het project dat bedrijven in Nederland en West-Duitsland verbindt, met de focus op duurzaamheidsaspecten zoals retourlogistiek, circulaire materiaalvoorziening, ontwerp voor en met recycling, en wetgeving.

 

Onderdeel van het bezoek was natuurlijk ook een rondleiding door onze labs, zodat ze konden beleven wat wij voor bedrijven kunnen betekenen. Want met onze faciliteiten en kennis ondersteunen wij bedrijven om kunststof producten te verduurzamen naar ‘Future Proof Polymers’.

 

Wilt u meer weten over onze faciliteiten of de projecten? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

 

Nederland heeft de ambitie om in 2030 de helft minder primaire grondstoffen te gebruiken. Voor de rubber- en kunststofindustrie betekent dit concreet de inzet van 1000 kton gerecyclede kunststoffen, waarvan 750 kton uit mechanische recycling en 250 kton uit chemische recycling. Het Actieplan Toepassen Kunststof Recyclaat bevat de maatregelen die moeten worden genomen om deze doelstelling te halen. Op 6 september werd het plan tijdens een digitale bijeenkomst aangeboden aan demissionair staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat.

Het actieplan is opgesteld door een team van deskundigen en met ondersteuning van Partners for Innovation, onder regie van het Transitieteam Kunststoffen. Daarnaast was er de inbreng van zo’n 150 stakeholders, waaronder bedrijven uit de kunststofketen, ngo’s, kennisinstellingen en overheden. In het Transitieteam is een groot aantal partijen vertegenwoordigd, waaronder de NRK, PlasticsEurope Nederland, en het Polymer Science Park en Rijkswaterstaat.

Het plan richt zich op een groot aantal gebieden waar de markt voor recyclaat op dit moment stagneert. Acties om de belemmeringen weg te nemen en de markt vlot te trekken zijn direct nodig, vindt Jos Keurentjes, voorzitter van het Transitieteam. “Om de tussentijdse doelstelling van 2030 en uiteindelijk ook de volledig gesloten kunststofketen in 2050 te bereiken, moeten we echt tempo gaan maken. Het gaat niet alleen om de grondstoffen. We moeten ons realiseren dat we met recyclaat ook een enorme winst pakken in de CO2-footprint. Wanneer de doelstelling van 2030 wordt gehaald, betekent dit een potentiële jaarlijkse CO2-reductie van 1525 kiloton.”

 

“Continuïteit heel belangrijk”

Dat de praktijk weerbarstig is, weten de ondernemers die nu al producten met gerecyclede kunststoffen op de markt brengen. “Technisch kan de inzet van recyclaat heel goed”, zegt Dizzy Soederhuizen van Omefa, één van de bedrijven die zijn uitgenodigd om op 6 september een stukje van de dagelijkse praktijk te belichten. “Prijstechnisch kan het momenteel ook. Maar wanneer de prijs van virgin kunststof daalt, zien we dat het recyclaat daar niet in mee kan. Je krijgt een heel grillig gebeuren, terwijl juist de continuïteit voor ons als ondernemers heel belangrijk is.”

Ook Dijkstra Plastics, fabrikant van kunststof verpakkingsemmers, zet al geruime tijd recyclaat in. “Op dit moment is de toepassing van post consumer materiaal mogelijk voor bijna alle non-food producten”, zegt Remy Notten. “Wat ons betreft zou dat gewoon de norm moeten worden.”

Auping produceert sinds 2018 een volledig circulair matras. Het bedrijf streeft naar een volledig circulair productassortiment in 2030. “Het zou waardevol zijn als het hoogwaardig recyclen van kunststof textiel verder kan worden opgeschaald”, zegt Geert Doorlag. Hij pleit net als Notten voor een gelijk speelveld voor circulaire producten. “We stoppen veel tijd en energie in het terugnemen en recyclen. Het zou van toegevoegde waarde zijn als de competitie hier op dezelfde manier mee bezig is.”

 

Vijftien maatregelen

Omefa, Dijkstra Plastics en Auping behoren tot de koplopers van de industrie, waar steeds meer fabrikanten en recyclers hun proces, producten en grondstoffen verduurzamen om bij te dragen aan de circulaire economie. Toch is er in het geval van recyclaat nog geen sprake van een goed geoliede, transparante markt met stabiele prijzen die kunnen concurreren met de prijs van virgin materiaal. Het actieplan moet daar verandering in brengen. Het bevat een pakket van vijftien maatregelen en benoemt de partijen die de actie moeten nemen. Van de overheid wordt verwacht dat zij de markt met regie, adequate regelgeving en een heldere visie voor de lange termijn ondersteunt.

Volgens Keurentjes reikt die inzet verder dan de eigen landsgrenzen. “Er moet een economische werkelijkheid worden gecreëerd waarin het aantrekkelijk wordt om recyclaat in te zetten. Dat kun je als klein landje niet alleen. Dus moeten we ook kijken naar een Europees verplicht aandeel recyclaat in allerlei producten en marktprikkels zoals een heffing op virgin materiaal, waarmee de maatschappelijke kosten op een goede manier worden verdisconteerd.”

 

26 duizend volle vrachtwagens

Staatssecretaris Van Weyenberg ontvangt het actieplan uit handen van Keurentjes en zegt blij te zijn met het initiatief en de grote ambities vanuit de industrie. “Duizend kiloton recyclaat klinkt overzichtelijk, totdat je doorhebt hoeveel nullen er staan als het over kilo’s gaat. Een miljard kilo, 26 duizend volle vrachtwagens. Dat gaat niet vanzelf. Dan is het mooi om te zien dat er veel energie is om het voor elkaar te krijgen.”

Van Weyenberg is voorstander van méér zekerheid voor de bedrijven die recyclaat in hun producten verwerken. Daarmee werken zij per slot van rekening ook mee aan de doelen uit het Klimaatakkoord van Parijs. “Een lagere olieprijs die maakt dat het businessmodel voor recyclaat onder druk komt te staan, is één van de extra redenen om de CO2-uitstoot veel meer te beprijzen.”

Het mag in elk geval niet blijven hangen op enthousiasme, meent de staatssecretaris. “Het moet een economisch draaiend model zijn. En dat de partijen die geen recyclaat toepassen, daar ook de prijs voor betalen die het gebruik van grondstoffen voor onze samenleving en het klimaat met zich meebrengen.”

 

Vraag jaagt aanbod aan

In het actieplan ligt de focus in eerste instantie op het stimuleren van de vraag. Zo worden fabrikanten en merkeigenaren gevraagd om daar waar mogelijk recyclaat in te zetten, of uit te leggen waarom dat nog niet kan. Binnen het Plastic Pact hebben veel fabrikanten en merkeigenaren zich reeds gecommitteerd aan het verduurzamen van de kunststofketen. Van de overheid wordt verwacht dat ze circulair gaat inkopen, met in de aanbestedingsregels haalbare minimumpercentages circulaire grondstoffen die jaarlijks omhoog worden bijgesteld.

Een grotere vraag betekent automatisch dat inzamelaars en recyclers meer mogelijkheden krijgen om te investeren in een hogere capaciteit. Dat is op de middellange termijn noodzakelijk om de markt goed te laten functioneren. “We zullen in de toekomst veel méér recyclaat nodig hebben”, zegt Erik de Ruijter, directeur Beleid en advies van de NRK, de vereniging van fabrikanten en recyclers van rubber- en kunststofproducten. “We moeten dus van meer afval recyclaat maken, terwijl we nu nog veel afval aan het verbranden zijn. Om continuïteit en groei mogelijk te maken, moeten we daar in elk geval mee stoppen. Om de transitie goed door te maken, is het ook van belang dat chemisch en mechanisch gerecycled materiaal op een eerlijke manier concurreren.”

In het actieplan zijn naast nieuw geformuleerde acties ook lopende initiatieven ondergebracht, zoals de Green Deal ‘Betrouwbaar bewijs voor toepassen van kunststof recyclaat’ en de ontwikkeling van vraag gestuurde standaarden voor recyclaat. Met de Green Deal kunnen claims worden gemaakt over het aandeel recyclaat in producten. Met de standaarden kunnen fabrikanten eenvoudig het benodigde recyclaat vinden en kunnen recyclers naar de gevraagde volumes toe produceren. De Ruijter hoopt dat deze initiatieven uiteindelijk Europees gedragen zullen gaan worden.

 

Samenhang en kennisdeling

Nu het actieplan is aangeboden, is het volgens het Transitieteam belangrijk om de snelheid vast te houden. Versnelling kan onder andere worden bereikt door de samenwerking te verbeteren, meent Keurentjes. In het actieplan zijn ook daar concrete acties voor benoemd. “We moeten zorgen dat er meer samenwerking en kennisdeling tussen de waardeketens op gang komt, om te voorkomen dat we in allerlei parallelle paadjes terecht komen. We willen zoveel mogelijk bedrijven betrekken bij de transitie. Hiervoor is samenhang nodig vanuit de regio’s en de Nationale Transitieagenda Kunststoffen. Daar kan onder meer de mkb-samenwerkingsagenda Rijk-Regio voor worden benut.”

Van Weyenberg zegt toe het thema op de politieke agenda te houden. “Een volgend kabinet zal een aantal nieuwe knopen doorhakken, maar ik zal ervoor zorgen dat we de dynamiek vasthouden en misschien wel versnellen, waar dat kan. Het actieplan is daar wat mij betreft een heel duidelijke oproep voor.”

 

Het Rijksbrede programma ‘Nederland circulair 2050’ stelt als doel een volledig circulaire Nederlandse economie in 2050. De ambitie van het kabinet is om samen met maatschappelijke partners in 2030 een (tussen)doel te realiseren van 50 procent minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen). In het Grondstoffenakkoord zijn deze doelstellingen door meer dan 400 bedrijven, ngo’s, financiële instellingen, kennisinstituten, overheden en andere organisaties onderschreven. Voor rubber en kunststoffen is dit nader uitgewerkt in de transitieagenda Kunststoffen en vervolgens vertaald naar projecten als beschreven in het nationale Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie (CE) 2019-2023.

Heb je een vraag?

Bel ons op 085 483 7800 of maak gebruik van het onderstaande contactformulier.