Verfemmer van recyclaat
Overijsselse samenwerking laat circulaire economie goed uit de verf komen
Veolia Polymers, Dijkstra Plastics en Koninklijke Van Wijhe Verf halen de circulaire economie een stukje dichterbij met hun verfemmer van 100% gerecycled plastic. Met deze verfemmer laten ze zien dat circulariteit werkt: zo lang je het maar een kans geeft, én goed samenwerkt.
Aan de buitenkant lijkt de emmer met Wijzonol verf van Van Wijhe Verf niet heel anders dan zijn soortgenoten: ongeveer even groot, even stevig en -niet onbelangrijk- er zit verf in! Wat wel opvalt is de kleur: naast alle witte verfemmers kleurt de Wijzonol emmer mooi donkergrijs. Deze donkere kleur ‘verraadt’ al een beetje wat er zo bijzonder aan deze verfemmer: hij is gemaakt van 100% recyclaat!
Recyclaat?
Recyclaat, ja! De grondstof voor plastic producten, gemaakt van afvalplastic. In de vorm van een korreltje. Dit recyclaat is de tegenhanger van zogenaamd ‘virgin granulaat’: korreltjes van nieuw, niet gerecycled plastic. Van beide soort korrels kun je mooie, stevige verfemmers maken. Kies je voor recyclaat, dan ben je lekker duurzaam bezig: je pompt geen extra olie op voor de productie van het plastic, en je zorgt voor zo’n 80% minder CO2-uitstoot. Maar dan kiest elke verfemmerproducent toch voor recyclaat, zou je zeggen. Maar helaas, het virgin granulaat is nog steeds de grote favoriet. Waar ‘m dat in zit? Onder andere de kleur…
Geen witte emmers
“Vroeger kon je alle kleuren recyclaat bij ons krijgen, zolang het maar zwart was,” grapt Gerrit Klein Nagelvoort, manager business development bij Veolia Polymers, producent van recyclaat. “Maar tegenwoordig heb ik allerlei kleurtjes: blauw, groen, cappuccino!”. Maar geen wit. En dat is nu juist het probleem. Want welke kleur hebben de meeste verfemmers? Juist! Wit! “De klant wil wit recyclaat, omdat verfemmers nu eenmaal wit zijn. Of omdat ze zelf een kleurtje willen toevoegen. Maar ik zal nooit een kristalhelder wit recyclaat kunnen maken van een bonte mix aan afvalplastic.”
Grijs, maar duurzaam
Van Wijhe Verf was als B Corp (keurmerk voor ondernemers met mens, milieu en maatschappij als uitgangspunt), al bezig met verduurzaming. De verfemmer zelf kon daar natuurlijk niet bij achterblijven. Dat het dan niet de doorsnee witte emmer kon blijven was volgens Marlies van Wijhe, algemeen directeur van Koninklijke van Wijhe Verf, geen enkel probleem: “Wat maakt dat nou uit dat een verfemmer niet wit is? Ondernemers die daar over vallen zijn op zoek naar redenen om niet te hoeven verduurzamen!”. Ze vroegen Dijkstra Plastics, hun verfemmer producent, hun productieproces wat bij te schaven en geschikt te maken voor het recyclaat van Veolia. Met als resultaat van deze drieledige Overijsselse samenwerking: een stevige, super duurzame grijze verfemmer!
Van consument, naar producent, weer terug naar consument
Even alles op een rijtje: Veolia produceert recyclaat van afvalplastic, Dijkstra Plastics maakt van het recyclaat een verfemmer en Van Wijhe stopt er hun Wijzonol verf in. Maar dat is nog niet het complete plaatje: onderweg passeert het plastic nog een aantal ‘stations’. Remy Notten, Commercieel Directeur van Dijkstra Plastics legt uit: “Heb je de verfemmer leeg? Dan breng je hem naar de milieustraat. Vanuit daar gaan alle plastics, en dus ook onze verfemmers, naar een kunststofrecycelaar. Daar worden de kunststoffen op soort gescheiden, fijngemalen en gewassen. Dan komt Veolia om de hoek: die koopt deze kunststof snippers weer op en maakt daar korrels recyclaat van.”
Deze snippers vormen slechts een deel van wat er bij Veolia aan afvalplastic binnenkomt. Het overgrote deel, zo’n 70%, is het verpakkingsplastic afkomstig uit de PMD (plastic, metaal en drankkartons) bak bij de mensen thuis. Het PMD afval gaat naar een sorteerfabriek waar het afval op soort gescheiden wordt: metaal, drankkarton en vier verschillende soorten kunststof. Klein Nagelvoort: “Één van die vier soorten kunststof, polypropyleen, kopen wij op in grote balen. In deze balen zie je de boterkuipjes en saladebakjes nog zitten. Alles is dan nog steeds een beetje vuil en stinkend, daarom wordt alles eerst grondig vermalen en gewassen.” Koop jij dus een verfemmer met Wijzonol bij de plaatselijke verfspeciaalzaak, zit daar misschien wel een boterkuipje, dat een tijd geleden nog bij jou in de koelkast stond, in verwerkt. En zo is het cirkeltje weer rond!
Het cirkeltje rond
Die ronde cirkel, daar is het allemaal om te doen. Notten: “We móeten er naar toe dat er geen afval meer bestaat, dat al het afval dat we produceren weer de basis is voor nieuwe grondstoffen. Het lineaire systeem ‘kopen, weggooien, verbranden’ is gewoon niet houdbaar.” Dat de houdbaarheidsdatum van onze lineaire economie inmiddels verstreken is, heeft -in het geval van plastic- meerdere redenen. Zo zijn de schadelijke gevolgen van onze afvaleconomie al overal te zien op stranden en in oceanen. Bovendien zorgt het verbranden van afvalplastic voor ontzettend veel uitstoot van CO2. Klein Nagelvoort is dan ook heel duidelijk: “De oliekraan moet dicht. Punt.” Een ander probleem is het plastic afval. “De kwaliteit van kunststof is zo hoog, dat het gewoon niet vergaat als je het niet verbrandt. Al het kunststof dat ooit gemaakt is, en nooit verbrand, zwerft dus nog ergens rond,” legt Notten uit. En dat terwijl de technieken er zijn om er weer een mooi nieuw product van te maken!
Portemonnee vóór milieu
Waarom dan nog olie oppompen, en plastic verbranden als er duurzame alternatieven zijn? De kleur van het recyclaat kwam al even voorbij, maar er is meer. “Geld. Het draait allemaal om geld,” zucht Klein Nagelvoort. “Recyclaat lag altijd iets onder de virgin prijs, maar door de lage olieprijzen en de coronacrisis is virgin plastic nu goedkoper. Veel van onze klanten volgen het geld, en stappen helaas dus over naar nieuw plastic.” Of deze trend tijdelijk of blijvend is, hangt af van of er binnenkort regelgeving komt die plastic producenten verplicht een bepaald percentage recyclaat in hun producten te verwerken. Mits de toepassing van het plastic het toelaat: voedselverpakkingen mogen in veel gevallen geen recyclaat bevatten, onder andere vanwege voedselveiligheid.
Virgin mag dan wel goedkoper zijn, Dijkstra Plastics kiest nadrukkelijk voor recyclaat voor hun emmers met non-food toepassingen. Notten: “Sinds we zijn gestart met de gerecycelde emmers voor Van Wijhe Verf, is het gebruik van recyclaat onderdeel geworden van onze bedrijfsvoering. Zo’n 60% van onze verpakkingen gaat naar de voedingsindustrie en daar is het gebruik van gerecyclede grondstoffen nog niet toegestaan. Daar maken we nu dus nog gebruik van virgin plastic. Maar voor de overige 40% zijn we bezig zoveel mogelijk om te zetten naar recyclaat!”. Ook bij Koninklijke Van Wijhe Verf is duurzaamheid sterk vervlochten in hun bedrijfsvoering. Het geheim van hun succes? Duurzaamheid beschouwen als iets dat leuk kan zijn. Van Wijhe: “Mensen moeten verduurzamen niet als last gaan beschouwen, maar juist de lol ervan inzien. Ik heb daarom een Greenteam samengesteld binnen mijn bedrijf, met medewerkers die hier enthousiast van worden. Samen organiseren we wedstrijden, lunches en praatsessies over duurzaamheid. En zo slaat dat weer over op de rest van de medewerkers.”
Behandel je afval niet als afval
De keuze voor recyclaat of virgin plastic ligt niet alleen bij de producent: óók consumenten kunnen hun stem laten gelden. Hoe? “Als je de keuze hebt tussen twee verfemmers, vergelijkbaar in kwaliteit en prijs, kies dan voor de duurzame variant,” aldus Notten. Op die manier kun je de circulaire economie een zetje in de rug geven. Maar er zijn meer manieren waarop de consument een steentje kan bijdragen. Klein Nagelvoort: “Hoe schoner de gebruikte verfemmer, hoe groter de kans dat deze niet in de verbrandingsoven belandt. Maak je emmer dus goed leeg, en verpest hem vervolgens niet door er nog even gauw het grint en vuil van je aangeveegde stoepje bij in te gooien. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld gebruikte koffiebekertjes: druk daar nou geen peuk bij in, dan kunnen we hem nog hergebruiken.” Kortom: behandel je afval niet als afval. Afval bestaat immers niet in een circulaire economie!
Dit artikel is tot stand gekomen uit een samenwerking tussen partners van Dutch Circular Polymer Valley: Polymer Science Park, Natuur en Milieu Overijssel en OostNL. In opdracht van de Provincie Overijssel.