Overijsselse samenwerking laat circulaire economie goed uit de verf komen

Veolia Polymers, Dijkstra Plastics en Koninklijke Van Wijhe Verf halen de circulaire economie een stukje dichterbij met hun verfemmer van 100% gerecycled plastic. Met deze verfemmer laten ze zien dat circulariteit werkt: zo lang je het maar een kans geeft, én goed samenwerkt.

Aan de buitenkant lijkt de emmer met Wijzonol verf van Van Wijhe Verf niet heel anders dan zijn soortgenoten: ongeveer even groot, even stevig en -niet onbelangrijk- er zit verf in! Wat wel opvalt is de kleur: naast alle witte verfemmers kleurt de Wijzonol emmer mooi donkergrijs. Deze donkere kleur ‘verraadt’ al een beetje wat er zo bijzonder aan deze verfemmer: hij is gemaakt van 100% recyclaat!

Recyclaat?

Recyclaat, ja! De grondstof voor plastic producten, gemaakt van afvalplastic. In de vorm van een korreltje. Dit recyclaat is de tegenhanger van zogenaamd ‘virgin granulaat’: korreltjes van nieuw, niet gerecycled plastic. Van beide soort korrels kun je mooie, stevige verfemmers maken. Kies je voor recyclaat, dan ben je lekker duurzaam bezig: je pompt geen extra olie op voor de productie van het plastic, en je zorgt voor zo’n 80% minder CO2-uitstoot. Maar dan kiest elke verfemmerproducent toch voor recyclaat, zou je zeggen. Maar helaas, het virgin granulaat is nog steeds de grote favoriet. Waar ‘m dat in zit? Onder andere de kleur…

De grondstof voor plastic producten, gemaakt van afvalplastic. In de vorm van een korreltje.

Geen witte emmers

“Vroeger kon je alle kleuren recyclaat bij ons krijgen, zolang het maar zwart was,” grapt Gerrit Klein Nagelvoort, manager business development bij Veolia Polymers, producent van recyclaat. “Maar tegenwoordig heb ik allerlei kleurtjes: blauw, groen, cappuccino!”. Maar geen wit. En dat is nu juist het probleem. Want welke kleur hebben de meeste verfemmers? Juist! Wit! “De klant wil wit recyclaat, omdat verfemmers nu eenmaal wit zijn. Of omdat ze zelf een kleurtje willen toevoegen. Maar ik zal nooit een kristalhelder wit recyclaat kunnen maken van een bonte mix aan afvalplastic.”

Grijs, maar duurzaam

Van Wijhe Verf was als B Corp (keurmerk voor ondernemers met mens, milieu en maatschappij als uitgangspunt), al bezig met verduurzaming. De verfemmer zelf kon daar natuurlijk niet bij achterblijven. Dat het dan niet de doorsnee witte emmer kon blijven was volgens Marlies van Wijhe, algemeen directeur van Koninklijke van Wijhe Verf, geen enkel probleem: “Wat maakt dat nou uit dat een verfemmer niet wit is? Ondernemers die daar over vallen zijn op zoek naar redenen om niet te hoeven verduurzamen!”. Ze vroegen Dijkstra Plastics, hun verfemmer producent, hun productieproces wat bij te schaven en geschikt te maken voor het recyclaat van Veolia. Met als resultaat van deze drieledige Overijsselse samenwerking: een stevige, super duurzame grijze verfemmer!

Van consument, naar producent, weer terug naar consument

Even alles op een rijtje: Veolia produceert recyclaat van afvalplastic, Dijkstra Plastics maakt van het recyclaat een verfemmer en Van Wijhe stopt er hun Wijzonol verf in. Maar dat is nog niet het complete plaatje: onderweg passeert het plastic nog een aantal ‘stations’. Remy Notten, Commercieel Directeur van Dijkstra Plastics legt uit: “Heb je de verfemmer leeg? Dan breng je hem naar de milieustraat. Vanuit daar gaan alle plastics, en dus ook onze verfemmers, naar een kunststofrecycelaar. Daar worden de kunststoffen op soort gescheiden, fijngemalen en gewassen. Dan komt Veolia om de hoek: die koopt deze kunststof snippers weer op en maakt daar korrels recyclaat van.”

Deze snippers vormen slechts een deel van wat er bij Veolia aan afvalplastic binnenkomt. Het overgrote deel, zo’n 70%, is het verpakkingsplastic afkomstig uit de PMD (plastic, metaal en drankkartons) bak bij de mensen thuis. Het PMD afval gaat naar een sorteerfabriek waar het afval op soort gescheiden wordt: metaal, drankkarton en vier verschillende soorten kunststof. Klein Nagelvoort: “Één van die vier soorten kunststof, polypropyleen, kopen wij op in grote balen. In deze balen zie je de boterkuipjes en saladebakjes nog zitten. Alles is dan nog steeds een beetje vuil en stinkend, daarom wordt alles eerst grondig vermalen en gewassen.” Koop jij dus een verfemmer met Wijzonol bij de plaatselijke verfspeciaalzaak, zit daar misschien wel een boterkuipje, dat een tijd geleden nog bij jou in de koelkast stond, in verwerkt. En zo is het cirkeltje weer rond!

De grijze maar duurzame verfemmer.

Het cirkeltje rond

Die ronde cirkel, daar is het allemaal om te doen. Notten: “We móeten er naar toe dat er geen afval meer bestaat, dat al het afval dat we produceren weer de basis is voor nieuwe grondstoffen. Het lineaire systeem ‘kopen, weggooien, verbranden’ is gewoon niet houdbaar.” Dat de houdbaarheidsdatum van onze lineaire economie inmiddels verstreken is, heeft -in het geval van plastic- meerdere redenen. Zo zijn de schadelijke gevolgen van onze afvaleconomie al overal te zien op stranden en in oceanen. Bovendien zorgt het verbranden van afvalplastic voor ontzettend veel uitstoot van CO2. Klein Nagelvoort is dan ook heel duidelijk: “De oliekraan moet dicht. Punt.” Een ander probleem is het plastic afval. “De kwaliteit van kunststof is zo hoog, dat het gewoon niet vergaat als je het niet verbrandt. Al het kunststof dat ooit gemaakt is, en nooit verbrand, zwerft dus nog ergens rond,” legt Notten uit. En dat terwijl de technieken er zijn om er weer een mooi nieuw product van te maken!

Tekst gaat verder na de infographic.

Portemonnee vóór milieu

Waarom dan nog olie oppompen, en plastic verbranden als er duurzame alternatieven zijn? De kleur van het recyclaat kwam al even voorbij, maar er is meer. “Geld. Het draait allemaal om geld,” zucht Klein Nagelvoort. “Recyclaat lag altijd iets onder de virgin prijs, maar door de lage olieprijzen en de coronacrisis is virgin plastic nu goedkoper. Veel van onze klanten volgen het geld, en stappen helaas dus over naar nieuw plastic.” Of deze trend tijdelijk of blijvend is, hangt af van of er binnenkort regelgeving komt die plastic producenten verplicht een bepaald percentage recyclaat in hun producten te verwerken. Mits de toepassing van het plastic het toelaat: voedselverpakkingen mogen in veel gevallen geen recyclaat bevatten, onder andere vanwege voedselveiligheid.

Virgin mag dan wel goedkoper zijn, Dijkstra Plastics kiest nadrukkelijk voor recyclaat voor hun emmers met non-food toepassingen. Notten: “Sinds we zijn gestart met de gerecycelde emmers voor Van Wijhe Verf, is het gebruik van recyclaat onderdeel geworden van onze bedrijfsvoering. Zo’n 60% van onze verpakkingen gaat naar de voedingsindustrie en daar is het gebruik van gerecyclede grondstoffen nog niet toegestaan. Daar maken we nu dus nog gebruik van virgin plastic. Maar voor de overige 40% zijn we bezig zoveel mogelijk om te zetten naar recyclaat!”. Ook bij Koninklijke Van Wijhe Verf is duurzaamheid sterk vervlochten in hun bedrijfsvoering. Het geheim van hun succes? Duurzaamheid beschouwen als iets dat leuk kan zijn. Van Wijhe: “Mensen moeten verduurzamen niet als last gaan beschouwen, maar juist de lol ervan inzien. Ik heb daarom een Greenteam samengesteld binnen mijn bedrijf, met medewerkers die hier enthousiast van worden. Samen organiseren we wedstrijden, lunches en praatsessies over duurzaamheid. En zo slaat dat weer over op de rest van de medewerkers.”

“Mensen moeten verduurzamen niet als last gaan beschouwen, maar juist de lol ervan inzien.” – Marlies van Wijhe

Behandel je afval niet als afval

De keuze voor recyclaat of virgin plastic ligt niet alleen bij de producent: óók consumenten kunnen hun stem laten gelden. Hoe? “Als je de keuze hebt tussen twee verfemmers, vergelijkbaar in kwaliteit en prijs, kies dan voor de duurzame variant,” aldus Notten. Op die manier kun je de circulaire economie een zetje in de rug geven. Maar er zijn meer manieren waarop de consument een steentje kan bijdragen. Klein Nagelvoort: “Hoe schoner de gebruikte verfemmer, hoe groter de kans dat deze niet in de verbrandingsoven belandt. Maak je emmer dus goed leeg, en verpest hem vervolgens niet door er nog even gauw het grint en vuil van je aangeveegde stoepje bij in te gooien. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld gebruikte koffiebekertjes: druk daar nou geen peuk bij in, dan kunnen we hem nog hergebruiken.” Kortom: behandel je afval niet als afval. Afval bestaat immers niet in een circulaire economie!

Dit artikel is tot stand gekomen uit een samenwerking tussen partners van Dutch Circular Polymer Valley: Polymer Science Park, Natuur en Milieu Overijssel en Oost NL. In opdracht van de Provincie Overijssel.

 

Senbis Polymer Innovations, R&D dienstverlener voor de kunststofsector en producent van duurzame polymeer producten, werd onlangs lid van Polymer Science Park (PSP). Gerard Nijhoving, algemeen directeur, vertelt over wat Senbis doet, de samenwerking met PSP en het versterken van de kunststofsector. 

“Senbis is van oorsprong de oude researchafdeling van AkzoNobel. We hielden ons vooral bezig met polyesters en garens. Uit deze afdeling is uiteindelijk het bedrijf Senbis ontstaan.’’, vertelt Gerard. Senbis is R&D dienstverlener. Daarnaast schalen ze zelf ontwikkelde producten op en brengen ze deze op de markt. Hierbij ligt de focus op biodegradeerbare bioplastics. Door het verleden bij AkzoNobel heeft Senbis nog steeds de voorzieningen en kennis van een industriële multinational in huis. Senbis stelt haar uitgebreide polymeerlaboratorium en pilot plant faciliteiten beschikbaar voor klanten die willen opschalen. In die pilot plant zijn technologieën beschikbaar zoals polycondensatie, compounderen en smeltspinning voor garens en monofilamenten. Het fysisch analytisch laboratorium zet Senbis in om snel polymeermaterialen te evalueren en slim en effectief iteraties uit te voeren in de R&D cycles.

Lidmaatschap Senbis

Senbis is een waardevolle aanvulling voor het netwerk van PSP. Senbis wil het netwerk en ecosysteem van PSP beter leren kennen. Verder wil Senbis haar kennis en ervaring delen met de leden. PSP is voor haar leden actief op projectbasis en in programmalijnen. Verder zijn overheidsinstanties en belangenorganisaties ook onderdeel van het netwerk, dit is interessant voor Senbis. PSP gaat Senbis ondersteunen in de uitbreiding van hun netwerk en verdere business development. Daarnaast willen de partijen elkaar aanvullen met R&D faciliteiten waar mogelijk om samen de kunststofsector te versterken.

Samenwerking met PSP

PSP en Senbis werkten eerder samen via het KVG programma. Senbis voerde een aantal testen uit op het gebied van de intrinsieke viscociteit voor PET. Verder klopte Auping bij PSP aan met een aantal onderzoeksvragen. Auping wilde graag een recyclebaar matras op de markt brengen. PSP vroeg Senbis om te kijken naar de vezelstroom (textielafval) van het matras, met het doel om de vezels te verwerken tot granulaat en uiteindelijk opnieuw te gebruiken. In dit project zocht Senbis de samenwerking op met een Duits bedrijf dat de textiele vezel grootschalig produceert. In 2021 kunnen Nederlands bedrijven ook voor die opschaling dicht bij huis blijven. Senbis investeert via de dochteronderneming SPIC Facilities BV in nieuwe R&D faciliteiten, waaronder een spinmachine voor textiele garens. Deze machine komt in de zomer van 2021 beschikbaar. Gerard: “De rol van PSP was heel belangrijk bij het project met Auping, omdat zij diverse partijen samenbrachten. Ik hoop dat we meer van dit soort projecten met PSP gaan realiseren.’’

PSP en Senbis willen elkaar graag versterken en leden uitnodigen om verder kennis te maken met de complementaire mogelijkheden op het gebied van projecten en testfaciliteiten.

The Battle for Talent en internationalisering zijn hot topics die steeds meer ondernemers bezighouden. Het vinden van die ene specialist, het juiste talent op de juiste plek… hoe vul je die vacatures? Een oplossing kan het aannemen van (hoger opgeleid) internationaal personeel zijn, maar neem je die stap, hoe pak je dat dan aan en wat komt daarbij kijken?  Het zijn onderwerpen waar het Expat Center East Netherlands al ruim 6 jaar dagelijks mee bezig is en zo hét centrale punt voor bedrijven en expats is geworden. Hun belangrijkste taak: de ondernemer en de expat tijdens het hele proces van werving tot settelen in Nederland begeleiden. 

Wat verstaan we onder internationalisering?

Eigenlijk is “internationaliseren” en heel algemeen begrip. Je kunt er exporteren, het starten van een buitenlandse productielocatie en het werken voor internationale klanten onder verstaan. We stippen nu specifiek het aantrekken van hoger opgeleid internationaal personeel (kennismigranten) aan. Voor veel ondernemers is het nog een behoorlijke drempel om de eerste buitenlander aan te nemen, terwijl die drempels weg te nemen zijn en je zou moeten gaan voor “het juiste talent op de juiste plek”. In bepaalde sectoren is het steeds lastiger om Nederlands personeel te vinden en is die kennismigrant de oplossing. Zijn er dan alleen maar obstakels of juist ook voordelen?

Obstakels

Uit gesprekken met ondernemers blijkt dat veel zaken rond het aannemen van kennismigranten als “lastig” wordt ervaren: waar vind ik dat talent eigenlijk? Je krijgt soms te maken met de IND, er is iets met een salariseis, wat doen we met het cultuurverschil en moeten we nu allemaal Engels spreken? Ja, er zijn een aantal zaken waar je rekening mee moet houden die niet gelden bij Nederlandse werknemers. Maar deze obstakels zijn weg te nemen door je goed voor te bereiden en/of een externe partij in te schakelen voor assistentie.

Verrijking

Uiteindelijk zou het er om moeten gaan dat je er als ondernemer alles aan doet om de gestelde ambities te halen: groei in omzet, innovatie realiseren, R&D op een hoger niveau trekken, beter klantcontact etc. Het is aangetoond dat multidisciplinaire en interculturele teams de creativiteit in het team bevorderen. En er is zeker een positieve correlatie tussen b.v. exportbevordering en de vraag naar kennismigranten, vanwege het belang om talenkennis en kennis van buitenlandse afzetmarkten in het bedrijf te halen.
Op landelijk niveau is zelfs te stellen dat een goed opgeleide (internationale) “talentpool” bijdraagt aan de innovatie- en concurrentiekracht van Nederland. Zeker bij een vergrijzende bevolking en mismatch tussen opleidingen en bedrijfsleven.

Bereid je voor

Om met internationals / kennismigranten / expats te werken dien je wel een aantal zaken voor te bereiden. Bij het aannemen van personeel van buiten de EU is het bijvoorbeeld aan te raden de status van “erkend referent” bij de Immigratie&Naturalisatie Dienst (IND) aan te vragen. Dit maakt het aanvragen van een werk- en verblijfsvergunning eenvoudiger.
Het voorbereiden om met de verschillende culturen op de werkvloer te werken is redelijk eenvoudig te realiseren door een goede training of workshop te volgen voor het hele team en dit regelmatig te herhalen (dus ook met de buitenlandse werknemers). Hierdoor creëer je wederzijds begrip en zet je die “culturele bril” weer even op.
De zorgtaak als werkgever is iets groter als je kennismigranten aanneemt, want denk bijvoorbeeld aan meereizende familie, het vinden van huisvesting en het laten settelen. Goede aandacht voor deze zaken zorgt voor een “soft landing” van de medewerker en uiteindelijk een prettig verblijf, zowel persoonlijk als in de werkrelatie.

Wat kan het Expat Center voor je doen?

Expat Center East Netherlands is één van de diensten van het World Trade Center Twente met een eigen “look&feel”.  Met de dienstverlening ontzorgt het Expat Center internationaal georiënteerde bedrijven in oost Nederland en hun internationale medewerkers op diverse vlakken van immigratie formaliteiten tot huisvesting. De kracht van het Expat Center zit in de persoonlijke benadering bij b.v. de informatiegesprekken aan de bedrijven die al met internationals en expats werken of de bedrijven die deze stap net gaan zetten. Het Expat Center geeft advies en heeft het netwerk om het bedrijf verder te helpen met al deze stappen.

Met de dienstverlening wordt de werkgever in 4 stappen door het proces geleid:

  1. Het vinden van het benodigde talent wordt via recruitment partners geregeld. Mocht je dit zelf doen en al een kandidaat gevonden hebben dan komt het Expat Center bij de volgende stap in beeld
  2. Het aanvragen van het erkend referentschap bij de IND en/of het verzorgen van de werk- en verblijfsvergunning van de kennismigrant en familie.
  3. Met de Relocation Service treedt het Expat Center al in een vroeg stadium met de expat in contact om te horen wat de situatie is en wat de woonwensen zijn. Informatievoorziening en persoonlijke begeleiding bij het vinden van huisvesting zijn de belangrijkste onderdelen. Het Expat Center heeft een service balie in het stadkantoor van Zwolle, dus bij inschrijving krijgt de expat daar extra informatie over wonen en werken in Nederland.
  4. Settling-In: wonen en werken in een ander land is een ontzettend mooie ervaring, maar kan soms best een uitdaging zijn. Het Expat Center maakt zich sterk om deze periode voor de expats zo prettig mogelijk te maken door een vraagbaak voor hen te zijn en om hen met elkaar in contact te brengen en zo een sociaal netwerk te bieden via activiteiten, informatiebijeenkomsten en Nederlandse taaltrainingen.

Mocht je meer informatie willen hebben over deze onderwerpen, dan is een afspraak zo gemaakt. Persoonlijk wordt nu wellicht iets lastiger, maar een digitaal kopje koffie kan natuurlijk wel. Neem contact op met Michelle Ekkelkamp op m.ekkelkamp@ecen.nl.

Polymer Science Park (PSP) krijgt vanaf 1 januari 2021 een nieuwe manier van bestuur en beheer (governance). Er wordt een nieuwe bv gestart onder de naam PSP Projecten BV en er komt een nieuw bestuur voor de Stichting PSP. PSP Projecten BV gaat helpen bij de ontwikkeling van circulariteit van kunststoffen. De bedrijven Wavin (medeoprichter van de Stichting PSP) en Demcon (sinds 2017 betrokken in het huidige bestuur van de stichting) vormen per 1 januari 2021 samen met Berdal Rubber & Plastics, Dijkstra Plastics, Maan Groep en Veolia de nieuwe board van de nieuwe bv.

Bundeling van krachten

Voor organisaties in de kunststofsector is het een grote uitdaging om het aandeel van gerecyclede kunststoffen in producten te vergroten. Het is soms nog lastig om hiervoor goede business cases te maken of grote programma’s te ontwikkelen en deze te laten groeien. Organisaties die hieraan werken, moeten bereid zijn grotere risico’s te lopen. Daarom investeren een aantal prachtige, innovatieve bedrijven met kennis en middelen in het nieuwe PSP Projecten BV.

“Stichting PSP zorgt al jaren voor waardevolle innovaties in de kunststofsector. Innovaties die bijvoorbeeld zorgen voor meer kunststof recycling en dus minder plastic afval. De nieuwe organisatiestructuur versterkt deze rol. Dat is niet alleen belangrijk voor Overijssel maar helpt bij aan het oplossen van een belangrijke opgave voor heel Nederland. Samen bouwen we aan een slimme en sterke regionale economie”, aldus Eddy van Hijum, gedeputeerde provincie Overijssel, portefeuille economie, financiën en Europa.

Nieuw bestuur voor Stichting Polymer Science Park

Om de rol van de Stichting Polymer Science Park verder te kunnen uitbouwen en daarmee van nog meer waarde voor onze deelnemers te zijn, wordt vanaf 1 januari 2021 het Stichtingsbestuur gevormd door Theo Regeling (eigenaar RPP Kunststoffen) en Bert Schraa (Finance Manager Dyka Nederland). Beide heren hebben een ruime ervaring in de toegepaste kunststofsector en brengen daarmee belangrijke kennis en inzichten mee.

Theo Regeling: “Hoe waardevol is het met PSP een centraal platvorm te hebben, waarmee wij onze kennis en ervaring in kunststoffen niet alleen onderling kunnen delen maar ook met onze volgende generatie en de generaties daarna.”

Over Stichting Polymer Science Park

Stichting Polymer Science Park heeft sinds de oprichting in 2011 een enorme ontwikkeling doorgemaakt. PSP is zo goed als zelfvoorzienend en heeft een bewezen marktwaarde. Dat is uniek voor Nederland. Met inmiddels ruim 65 deelnemende bedrijven en 35 (kennis)partners en een rijk gevuld projectportfolio met nationale en internationale partners is PSP dé centrale speler als het gaat over toegepaste kunststoftechnologie. Waarbij de meeste aandacht uit gaat naar de circulariteit van kunststoffen.

Dennis Schipper, ceo van Demcon: “Ik heb PSP zien ontwikkelen tot wat het nu is: een succesvol en uniek ecosysteem. Waardevol voor bedrijven en kennisinstellingen, maar ook voor de diverse overheden. Een compliment voor Mireille Kinket en haar team.”

 

https://www.youtube.com/watch?v=Vk-R615UmqM&ab_channel=PolymerSciencePark

 

Op dinsdag 10 november 2020 deelde Polymer Science Park inspirerende initiatieven met betrekking tot kunststof recyclaat tijdens het online event ‘Re-plastic, just do it! Maar hoe doe je dat dan?’. We blikken graag met je terug op het event.

Hoe zet je kunststof recyclaat succesvol in? Samen met praktijkdeskundigen en experts gingen we hier dieper op in. Wij zetten hun ervaringen en ideeën onderstaand nog even voor je op een rijtje. Heb je het event gemist? Of wil je het nog een keer volgen? Bekijk dan de bovenstaande video van het volledige event.

Hoe zetten we kunststof recyclaat succesvol in?

Het landelijke doel is om in 2030 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken. Om dit doel te bereiken is een succesvolle inzet van gerecyclede kunststoffen (recyclaat) heel belangrijk. Hoe zet je kunststof recyclaat succesvol in? En welke kansen en uitdagingen zien bedrijven actief in kunststof recyclaat?

Samenwerken in de keten

”Kunststof recyclaat met succes inzetten doe je samen”. Berry Bellert, sales engineer/business development bij Attero, ziet in de praktijk waarom samenwerken zo belangrijk is binnen recycling. Hij houdt zich bezig met het ontwikkelen van de afzetmarkt voor gerecyclede kunststoffen uit post-consumer verpakkingsmateriaal. De type kunststoffen, samenstellingen, etiketten en bedrukkingen maken het lastig om de post-consumer huishoudelijk verpakkingsafval te recyclen. Volgens Berry is het belangrijk om meer in te zetten op herontwerp van verpakkingen, om recycling uiteindelijk makkelijker te maken. Hiervoor is een samenwerking met onder andere ontwerpers en brand owners noodzakelijk.

Berry: “Samen moeten we de uitdaging aangaan om naar een inzet van 40% kunststof recyclaat te gaan in 2030.” Naast samenwerken met bedrijven in de keten zoekt Attero ook de samenwerking op met Europese organisaties en Polymer Science Park. Door kennis en ervaring uit te wisselen kom je sneller tot resultaat.

Hulp van de overheid

De praktijkdeskundigen hebben behoefte aan eenduidigheid en regelgeving vanuit de overheid. Bij Sphere gebruiken ze al veel gerecyclede kunststoffen. Zo produceert Sphere verpakkingsmaterialen van biobased grondstoffen of van gerecyclede LDPE. Gerwin Nauta, algemeen directeur Sphere, denkt dat zijn bedrijf en veel andere ketenpartners grotere stappen kunnen zetten met behulp van de overheid.

De groei van het gebruik van kunststof recyclaat is sinds 2016 jaarlijks slechts 1%. Hoe kan de overheid helpen om het doel alsnog te behalen? De praktijkdeskundigen zien kansen op het gebied van:

  • Meer voorlichting over afvalinzameling richting consumenten.
  • Meer dwingende en duidelijke richtlijnen over recycling. Wat is nou circulair? Door dit vast te stellen voorkomen we een oneerlijke concurrentiestrijd in de markt. Certificering van kunststoffen kan voor duidelijkheid zorgen.
  • Standaardisering van verpakkingen, zodat recyclen gemakkelijk wordt.

Innovativiteit en doorzettingsvermogen

Om kunststof recyclaat succesvol in te zetten is innovativiteit en doorzettingsvermogen nodig. Bij Auping zijn ze inmiddels al 10 jaar actief bezig met circulariteit, mét resultaat! Onlangs brachten ze een matras op de markt dat gemaakt is van gerecyclede materialen en ook weer recyclebaar is. Daarnaast bieden ze consumenten de mogelijkheid om circulaire matrassen te huren. Geert Doorlag, researcher bij Auping, vertelt dat recycling continue tijd, aandacht en commitment vraagt. Hoe behoud je deze focus? Volgens Geert is het naast eigen motivatie en draagvlak van het management belangrijk dat je bewijs zoekt dat iets technisch echt mogelijk is. Kijk samen hoe je van een circulair concept uiteindelijk een businesscase kan maken.

Hulp van Polymer Science Park

Polymer Science Park wil bedrijven helpen om meer kunststof recyclaat in te zetten. Dit doen we onder andere door innovatieprojecten te begeleiden, ketenpartners samen te brengen, testruimte beschikbaar te stellen en kennis te delen over mechanische en chemische recycling. Samen willen we zo snel mogelijk tot concrete en praktische oplossingen komen. Wil je een keer met ons sparren? Of heb je een hulpvraag? Neem contact met ons op via 038 853 4810 of info@polymersciencepark.nl.

Elk bedrijf moet vernieuwen om in te spelen op ontwikkelingen in de markt. Lean is een belangrijk onderdeel van vernieuwen en innoveren. Smart Group en Lean Capability Builders (LCB) werden onlangs lid van Polymer Science Park (PSP) om de dienst ‘Lean support’ voor het bedrijvennetwerk van PSP laagdrempelig beschikbaar te maken. Alex Hofstra (Smart Group) en Gijs Wijers (LCB) vertellen over wat Lean inhoudt en de dienst Lean support.

Waarom is Lean belangrijk voor bedrijven?

Processen in bedrijven blijven veranderen. In de praktijk zien we op dit soort verandermomenten ‘verspillingen’ in processen ontstaan. De Lean filosofie en de Lean principes helpen bedrijven om binnen hun organisatie te werken aan het continu verbeteren van processen. Door de Lean principes te volgen, zorg je ervoor dat je alle stappen direct juist uitvoert en optimaal op elkaar afstemt. Hierdoor verminder, of voorkom je, verspillingen en werk je klantgerichter. Medewerkers spelen een belangrijke rol in elke organisatie. De Lean principes richten zich op het verhogen van de mate van bewustzijn van ieders rol in een organisatie. Een Lean aanpak – of nog beter – een Lean cultuur, laat medewerkers anders kijken naar hun verantwoordelijkheden en processen binnen de organisatie.

Lean support voor het innovatienetwerk van PSP

Smart Group en LCB willen het innovatienetwerk van PSP helpen met hun unieke en specifieke aanpak van Lean support. Zoals gezegd helpen de Lean principes om processen op een efficiënte manier in een bedrijf vorm te geven. Ook voor het innovatienetwerk van PSP is Lean werken nuttig, omdat het je helpt om gemakkelijker en sneller te vernieuwen of innoveren.

Lean support is maatwerk

De aanpak om tot procesverbetering te komen is voor ieder bedrijf anders. Smart Group en LCB leveren daarom maatwerk, met speciale aandacht voor het leren gebruiken en vasthouden van de Lean principes in een organisatie. Dit doen ze door samen met de opdrachtgever te kijken naar de visie, klanten, producten en organisatie van het bedrijf. De huidige manier van werken en verbetermogelijkheden brengen Smart Group en LCB in kaart. Ze stellen de behoefte van het bedrijf vast en maken een maatwerk plan op basis van de Lean principes om Lean denken en handelen in de bedrijfscultuur op te nemen en vast te houden.

Over Smart Group en LCB

Smart Group ondersteunt organisaties en mensen in het ontwikkelen van een duurzaam perspectief voor de toekomst, waardoor ze mindere tijden in de economie kunnen overwinnen. LCB streeft naar efficiënte processen door verspillingen uit de weg te ruimen. De bedrijven werken samen om maximaal gebruik te maken van hun expertises; Smart Group op het vlak van proces-, organisatieadvies en verandermanagement, LCB op het vlak van Lean.

Heb je een vraag?

Bel ons op 085 483 7800 of maak gebruik van het onderstaande contactformulier.